XVI. Instellen en testen
H. Aanbevolen tegendruktest voor
verbindingslekkage
Als de klep moet worden gebruikt in een gesloten
afvoersysteem, moet u de klep testen op tegendruk
nadat deze is ingesteld voor de juiste openingsdruk.
Voer de test uit door de schroefkap (21) met een
kappakking (27) te installeren en lucht of stikstof naar
de voetafvoeraansluiting of de klepuitlaat te laten
stromen. Dicht alle andere openingen af.
Testdruk moet hoger zijn dan 30 psig (2 barg) of de
daadwerkelijke tegendruk. Zorg dat de lucht- of stik-
stofdruk gedurende 3 minuten wordt gehandhaafd
voordat u de lekdetectoroplossing toepast op alle
verbindingen.
Op balgkleppen haalt u met de hand een schone
leidingplug aan in de aansluiting van de kapluch-
topening om het kleinst mogelijke lekkagetraject te
verkrijgen. Verwijder deze plug na de test.
Breng vloeibare lekdetector aan op de volgende
overdrukkleponderdelen en controleer op lekkage
tijdens testenvoor tegendruk:
• Verbinding mondstuk/voet.
• Afdichting afstelringpen.
• Verbinding voet/beschermkap.
• Verbinding
beschermkap/kap.
• Strakke bescherm-
kapontluchtingsplug,
bij een conventionele
klep.
• Losse beschermka-
pontluchtingsplug, bij
een balgenklep.
Als een lek wordt
ontdekt, probeer
dan de lekkende
verbinding(en) te
herstellen door ze vast
te draaien terwijl de
overdrukklep op de
opstelling staat. Als het
lek aanhoudt, demonteer de lekkende verbinding(en)
en inspecteer het metalen oppervlak(ken) en de
pakking(en). Indien de binnenkant van de klep
verstoord is, is het nodig om opnieuw te testen in
overeenstemming met de instructies in deze handle-
iding. In overige gevallen, herhaal de hierboven
beschreven tegendruk testen.
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
(vervolg)
GEVAAR
Knevel de overdrukklep
tijdens de ringafstellingen
om mogelijk ernstig
persoonlijk letsel of de
dood te vermijden.
Instructiehandleiding voor de Consolidated 1900-/1900 DM-serie veiligheidskleppen
I. Afblaasafstellingen
De afblaas kan worden afgesteld met de afstelring
(3) op 1900-serie overdrukkleppen.
Als een langere of kortere afblaas is vereist, kan dit
worden bereikt als volgt:
OPGELET!
Behalve wanneer de capaciteit van de
proefopstelling gelijk is aan of groter is dan die
van de klep, brengt u de afstelring terug (3) tot
de aanbevolen positie en probeert u iet om de
afblaas in te stellen (zie tabellen 12 t/m 15).
Om de afblaas te verhogen (verlagen zittingdruk),
verhoogt u de afstelring (3) door de inkepingen van
links naar rechts langs het ringpengat te bewegen.
OPGELET!
De klep kan de nominale ontlastcapaciteit
niet bereiken indien de afstelring
(3) te laag is geplaatst.
Om de afblaas te verminderen (verhogen zitting-
druk), verlaagt u de afstelring door de inkepingen van
rechts naar links langs het ringpengat te bewegen.
| 57