Voordat u onderhouds-, reparatie of reinigingswerkzaamheden aan uw machine uitvoert, dient u ervoor te zorgen
dat de machine en het accessoire volledig stilstaan. Ontkoppel de bougiekabel voordat u service- of onderhouds-
werkzaamheden uitvoert.
Dagelijks onderhoud
1. Koelribben van de cilin-
der
Onderhoud na 10 uur
1. Bevestigingsmiddel los-
draaien
Onderhoud na 10/15 uur
a: 0,6 - 0,7 mm
WAARSCHUWING
2. Luchtinlaat
2. Luchtfilterelement
Onderhoud
Vóór het begin van elke werkdag dienen de volgende hande-
lingen te worden uitgevoerd:
Verwijder vuil en los afvalmateriaal uit de motor, controleer
of de koelribben en het luchtfilter niet verstopt zijn en reinig
ze, indien nodig.
Verwijder eventueel opgehoopt vuil of los afvalmateriaal uit
de geluiddemper en brandstoftank. Controleer het koel-
luchtinlaatgedeelte onderaan het motorcarter. Verwijder al
het losse afvalmateriaal. Opeengehoopt vuil in deze ge-
deeltes kan leiden tot oververhitting, brand of voortijdige
slijtage van de motor.
Controleer of er geen bouten of componenten loszitten of
ontbreken. Zorg ervoor dat het accessoire stevig vastzit.
Controleer of er brandstof of olie uit de machine lekt.
(vaker bij gebruik onder stoffige omstandigheden)
Verwijder het luchtfilterdeksel door het bevestigingsmiddel los
te draaien en op te lichten.
Verwijder het luchtfilterelement.
Reinigen of vervangen indien nodig.
Reinig het element grondig met zeep en water.
Laat het element drogen voordat u het opnieuw plaatst.
Vervang het luchtfilterdeksel.
Bedien de machine nooit indien het luchtfilter bescha-
digd is of ontbreekt.
Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
Controleer de elektrode op slijtage.
Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
Vervang de bougie als dat nodig is en draai deze vast met een
koppel van 15 N·m - 17 N·m (150 kgf·cm tot 170 kgf·cm).
21
Onderhoud
LET OP!