Houd het toestel uit de buurt van magnetische apparatuur (zoals magnetrons,
televisie, videospelletjes, enz.).
•
Indien u het toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen de opnamen en de audio
onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven.
•
Gebruik het toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon omdat het geluid ervan een
nadelige invloed kan hebben op de opnamen en de geluiden.
•
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als
gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of zware
motoren.
•
De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt,
kan een nadelige invloed hebben op het toestel en storingen van beelden en geluiden
veroorzaken.
•
Als het toestel de invloed van magnetische geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet
naar behoren werkt, dient u het toestel uit te schakelen en de batterij te verwijderen, of de
AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) los te maken, en vervolgens de batterij weer terug te
plaatsen of de AC-adapter weer aan te sluiten. Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in de nabijheid van hoogspanningsdraden of
hoogspanningsleidingen.
•
Opnemen in de buurt van hoogspanningsdraden of hoogspanningsleidingen kan nadelige
gevolgen hebben voor de opnamen of geluiden.
∫ Wat u wel en niet met het toestel mag doen
•
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor beschadigen, problemen met het toestel
veroorzaken, of het opnemen onmogelijk maken.
•
We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit
en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, enz.
Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen
hebben.
•
Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met
het toestel kunnen veroorzaken.
–
Plaatsen met veel zand of stof.
–
Plaatsen waar water in het toestel kan komen zoals op een strand of op
plaatsen waar het regent.
•
De lens en de uitlaten niet aanraken met vuile handen. Ook oppassen
dat er zich geen vloeistoffen, zand en andere er niet toe doende stoffen in de nabijheid
van de lens, knopen, enz. bevinden.
•
Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
∫ Over condens (Als de lens bedampt is)
•
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals
hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of
storing veroorzaakt.
•
Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De
aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
5
(DUT) VQT1T33