Functieschakeling
De [OPNAME] Functie Selecteren
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
Intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheden of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
1
Zet het toestel aan.
A [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
2
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
3
Schakelen tussen functies door aan
de instelknop te draaien.
Lijn een gewenste functie uit met deel B.
•
Draai de functieknop langzaam maar zeker
om elke functie af te stellen. (
functieknop draait 360
Het scherm
LCD-monitor wanneer de functieknop gedraaid
wordt.
∫ Basiskennis
AE-programmafunctie
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Intelligente automatische functie
¦
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
18
VQT1T33 (DUT)
o)
wordt afgebeeld op de
C
De
OFF ON