[OPNAME] functie:
Basiskennis
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
•
De statusindicator 3 gaat branden wanneer u dit
apparaat aanzet 2. (Deze gaat na ongeveer
1 seconde uit.)
(1: Ontspanknop)
1
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2
Stel de functieknop in op [
•
Stel de focus-keuzeschakelaar in op [AF].
3
Dit toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil houden en
uw benen een beetje spreiden.
A AF assistentielamp
4
Richt de AF-zone op het punt waar u op
wilt scherpstellen.
5
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
•
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
•
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
•
Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
6
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
•
De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met
het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
•
De fotoflits of de AF-lamp niet bedekken met uw
vingers of andere voorwerpen.
20
VQT1T33 (DUT)
³
³
(
: AE-programmafunctie)
].
OFF ON