Stap 10.1: Patroongebied instellen
Dubbelklik eerst op "Pattern Region" om het gebied te selecteren waar het patroon zich bevindt. Er kan een
gebied voor patroondetectie gemaakt worden door de rechthoek naar de patroonpositie te slepen. Gebruik
een patroon dat duidelijk zichtbaar is in elk monster. Het wordt aanbevolen om een monster te gebruiken
ergens in het midden van de bak, voor optimale patroondetectie. Als het gebied is geselecteerd, drukt u op
"Enter" om het gebied te verifiëren. Het gebied is nu ingesteld en het patroon kan worden aangepast.
Stap 10.2: Patroondetectie aanpassen
Aanpassing van het patroon kan worden gedaan door de parameter "Feature threshold" aan te passen, die
een standaardwaarde heeft van 20. Het gebruik van een lagere drempelwaarde vertaalt zich in minder fijne
details, wat voor deze toepassing wordt aanbevolen. Pas de parameter zo aan dat er een duidelijk patroon
zichtbaar is, een patroon dat op alle monsters kan worden gedetecteerd. Het detectiepatroon mag niet te veel
details bevatten, omdat dit van invloed is op het aantal gedetecteerde monsters. Als er geen correct patroon
kan worden gevonden, probeer dan een ander patroon te gebruiken of probeer de belichtingstijd van de
camera aan te passen (zie stap 9) voor meer contrast.
Correct patroon (alleen contouren zichtbaar)
Onjuist patroon (teveel detail)
Stap 10.3: Trainingsafbeelding opnieuw gebruiken
Als het patroon correct is, zorg er dan voor dat u het selectievakje "Reuse training image" aanvinkt. Anders
wordt het detectiepatroon niet opgeslagen. Bevestig de patrooninstellingen door op "Ok" te drukken.
www.hygiena.com
81