Inhoudsopgave
Advertenties
6.13. Procedure voor het wisselen van vloeistoffen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe vloeistoffen en/of vloeistofcontainers die in de Autosampler III worden
gebruikt, kunnen worden gewisseld.
Wees voorzichtig! Sommige chemicaliën kunnen gevaarlijk zijn; Houd
u daarom altijd aan de laboratoriumvoorschriften en draag de juiste
PBM's zoals een laboratoriumjas, handschoenen en een veiligheidsbril.
De Autosampler III heeft een speciaal pompcompartiment
waaruit alle vloeistoffen die Autosampler III worden
gebruikt, afkomstig zijn. In het vloeistofcompartiment
bevinden zich de pompen, vloeistofcontainers en het
koelblok. Vanuit het vloeistofcompartiment worden
de vloeistoffen door de Autosampler III verspreid. Het
vloeistofcompartiment heeft een opstaande rand om
te voorkomen dat er per ongeluk op de grond wordt
gemorst. De bodem van het compartiment heeft een
aftapplug die kan worden aangesloten op de afvoer. De
indeling van het vloeistofcompartiment is te zien in de
afbeelding rechts.
6.13.1. Pumps (pompen)
De Autosampler III is uitgerust met verschillende pompen om de vloeistofbehandelingsstappen binnen de
Autosampler III uit te voeren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke pompen gebruikt worden en hoe u ze
kunt vinden. Dit is belangrijk, om de juiste chemicaliën aan te sluiten op een pomp.
6.13.1.1. Pipetteerpompen
De Autosampler III bevat vier pipetteerpompen; deze pipetteerpompen zijn aangesloten op de naalden en op
de microwash-container voor het pipetteren. Van links naar rechts zijn de pompen gedefinieerd als pomp 1 tot
pomp 4, wat overeenkomt met naalden 1 tot 4. De naaldaanduiding is 1 t/m 4 van achter naar voren.
www.hygiena.com
42
Advertenties
Inhoudsopgave
