12.6. Pumps (pompen)
Met dit tabblad kunnen de waspomp en de afvalklep
bestuurd worden.
12.6.1. Wash pump (waspomp)
Er zijn twee knoppen:
•
Start pump wash, start de pomp gedurende
de geconfigureerde tijd in "Pump time (ms)".
•
Stop pump wash, stopt de pomp.
12.6.2. Waste Valve (afvoerventiel)
Het afvoerventiel kan worden gebruikt om het filter van de drukregelaar te legen. Houd de knop ongeveer 5
seconden ingedrukt om het filter te legen.
12.7. Pipetting arm channel movements (Bewegingen pipetteerarmkanaal)
Met dit scherm kunnen alle verschillende Anybus-componenten bediend worden.
Er zijn 4 tabbladen:
•
Main (Zie hoofdstuk 12.2)
•
Algemeen
•
Channel 1-4 (kanaal 1-4)
12.7.1. Algemeen
Via dit tabblad kunnen de verschillende onderdelen
op de Anybus direct aangestuurd en gecontroleerd
worden met behulp van stuur- en statuswoorden.
12.7.2. Control word (stuurwoord)
Met behulp van stuurwoorden kunnen verschillende
onderdelen van het Anybus-netwerk worden
aangestuurd.
Byte 1 is het stuurwoord.
Byte 2 is de "NodeID", het adres waar het stuurwoord naartoe moet worden gestuurd:
•
Geen knooppunten geselecteerd
•
Kanaal 1
•
Kanaal 2
•
Kanaal 3
•
Kanaal 4
•
Anybus
•
Alle knooppunten (standaard)
Overzicht stuurwoorden:
•
Schakelt over tussen stuurwoorden van 0-128 - Stelt haltstatus Anybus in
•
Schakelt over tussen stuurwoorden van 0-129 - Stelt Anybus actief in
12.7.3. Status word (statuswoord)
Laat het statuswoord van de geselecteerde NodeID zien, waarbij Byte 1 de status is van de geselecteerde
NodeID en Byte 2 de foutbyte is die aangeeft welke Node een fout bevat.
www.hygiena.com
71