functiepaneel aCX
– puls TiG en MiniLoG functie met geheugen
1.
1.
4T-LOG en MINILOG
2.
Start boog 5 – 90 % van lasstroom
3.
Start -stroom 80 – 150 %
4.
Minilog-stroom 10 – 150 % van lasstroom
5.
Eind boog stroom 5 – 90 % van lasstroom
6.
Keuze voor punt, synergisch puls of trage puls
7.
Puntlasperiode 0,0 – 10,0 s
8.
Pulsstroom 10 A – 230 V max.
NL
9.
Pulsratio 10 – 70 % van pulsperiode
10.
Frequentie 0,2 – 250 Hz DC-TIG, 0,2 – 20 AC-TIG
11.
Basisstroom 10 – 70 % van pulsstroom
12.
MEMORY geheugenkanaal
13.
Selectie van kanaal in geheugenfunctie
14.
SAVE/Opslaan
U kunt desgewenst in SETUP de functies start boog en einde boog uitschakelen. Hot Start (Soft
Start)- en Minilog -stroom kunt u uitschakelen door de waarden in te stellen op 100 procent (gelijk
aan de ingestelde lasstroom).
Minilog
Bij het indrukken van de toortsschakelaar zal het gas gaan stromen. Wanneer u de toortsselectie-
schakelaar loslaat, wordt de stroomsterkte verhoogd naar Hot Start- of Soft Start-stroom,
afhankelijk van de instellingen. Als u nogmaals kort op de knop drukt, wordt de stroomsterkte via
uplsope verhoogd naar de lasstroom. Na opnieuw kort in te drukken begint de minilog bediening
en kunt u twee stroomniveaus selecteren, de lasstroom en de minilogstroom. Doormiddel van de
toorts-schakelaar kort in te drukken kunt u snel schakelen tussen de twee stroomniveau's. Als u de
14
2.
3.
4.
6.
12.
13.
7.
8.
9.
11.
5.
10.
14.