... Bedienung
Kookgerei
De bodem van het gerei mag geen scherpe groeven en ran
den hebben. Gietijzeren kookgerei mag alleen worden ge
bruikt als het een glad geëmailleerde bodem heeft.
Voor glaskeramische kookvelden is kookgerei met een stabiele bodem geschikt.
De bodem van het kookgerei moet van roestvrij staal zijn. Bodems van aluminium
of aluminiumlegeringen kunnen hardnekkige slijtsporen achterlaten.
De bodem van het gerei moet in verhitte toestand vlak op de kookzone rusten.
De bodems van de potten en pannen moeten bij de grootte van de kookzone pas-
sen. Bij gebruik van te grote pannen wordt de bodem van de pan ongelijkmatig
verwarmd en kan beschadigd worden.
Gerei van glas of keramiek geleidt de warmte slecht en mag niet worden gebruikt.
De bodem van het gerei moet droog zijn, omdat er anders bij verhitting een stoom-
film wordt gevormd. Hierdoor wordt de warmteoverdracht verminderd, wat tot
oververhitting van de kookzone kan leiden.
Plaats het kookgerei precies op de kookzonemarkering.
A
23