REMKO Smart-Control Touch
4.3 Omschakeling zomer-/
wintermodus
In de standaard verwarmingsperiode (van ca.
oktober t/m begin mei van het opvolgende jaar)
moet de REMKO warmtepomp permanent warmte
voor verwarmingsbedrijf beschikbaar stellen.
De warmtepompen, circulatiepompen en verwar-
mingsvlakken zijn permanent in bedrijf om in alle
ruimtes de gewenste temperatuur in acht te
nemen. In de zomer is het opwarmen van de ver-
warmingsvlakken echter niet meer noodzakelijk.
Om te voorkomen dat de warmtepompen ook in de
warme maanden warmte blijft produceren voor het
verwarmen van gebouwen, is er het zogeheten
zomerbedrijf. Hierbij worden de warmtepompen
dusdanig geregeld dat het verwarmingsbedrijf en
de circulatiepompen voor de verwarmingsvlakken
pas weer in bedrijf gaan, als een bepaalde tempe-
ratuurgrens bij de buitenvoeler wordt onder-
schreden.
Afb. 9: Verwarmingsgrens instellen
a: Verwarmingsgrenstemperatuur
b: Afstand verwarmingsgrens
c: Energiebehoefte van het gebouw
A: Passief huis
B: 3-liter-huis
32
De basisinstelling van de REMKO Smart-Control
Touch-regelaar ligt, als er nog geen aanpassing
van de ingestelde ruimtetemperatuur heeft plaats-
gevonden, bij 16 graden. In de volgende stappen
wordt de aanpassing van deze zomer-/winterom-
schakeling beschreven.
Verwarmingsgrens
De verwarmingsgrens van de Smart-Control touch-
regelaar is met parameter "Afstand verwarmings-
grens" gekoppeld aan de gewenste ruimtetempe-
ratuur.
In het volgende diagram moet de mogelijke inge-
stelde waarde voor verschillende gebouwtypes
worden bepaald. De gegevens in het diagram
hebben betrekking op een ingestelde ruimtetempe-
ratuur van 20 °C.
C: Laag-energiehuis
D: ENEV-WSchV (energiebesparingsverordening)
1995
E: Bouwjaar 1977 tot 1995
F: Voor 1977