Inhoudsopgave
Advertenties
Verwarmingscurve instellen:
1. Voetpunt
Op dit niveau moet het te wijzigen circuit worden
geselecteerd en moet de parameter "Verwarmings-
curve-instellingen" worden geselecteerd. Onder
het schema van de verwarmingscurve met "+/-" de
waarde wijzigen en met "Verder" de volgende
waarde selecteren. Vervolgens met "OK" beves-
tigen.
Gebruikersniveau
Instellingen
Bijv. ongemengd circuit
Verwarmingscurve-instelling
Voetpunt instellen
2. Norm-aanvoertemperatuur
De instelling van de norm aanvoertemperatuur en
de buitentemperatuur verloopt via dezelfde proce-
dure.
Gebruikersniveau
Instellingen
Bijv. ongemengd circuit
Verwarmingscurve-instelling
Norm-aanvoertemperatuur instellen
Expertniveau
¯
¯
¯
¯
Expertniveau
¯
¯
¯
¯
3. Norm-buitentemperatuur instellen
De norm-buitentemperatuur kan in de gebruiker-
en expertniveaus worden gewijzigd.
Hier kan de norm-buitentemperatuur op de desbe-
treffende waarde voor de verwarming alsook voor
het koelbedrijf worden ingesteld.
De norm-buitentemperatuur wordt hier slechts een
keer voor elk actief verwarmingscircuit gewijzigd.
Na de wijziging van deze parameter wordt de
waarde automatisch overgenomen door alle
actieve verwarmingscircuits.
Voor de optimale instelling van de parameters van
de verwarmingscircuitcurve moet de berekening
van de verwarmingslast en/of de aantoonbare
energie in acht worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet efficiënt wordt gebruikt.
Ga als volgt naar deze parameters:
Gebruikersniveau
Instellingen
Verwarmen / koelen
Gebouwaanpassing
Norm-buitentemperatuur
Expertniveau
¯
¯
¯
¯
27
Advertenties
Inhoudsopgave
