11
Een goede pompinstallatie
Plaats de pomp op een horizontaal oppervlak
l
Het montageoppervlak moet sterk genoeg zijn om de pomp te kunnen dragen.
l
Rondom de pomp moet er voldoende ruimte zijn voor onderhoudswerkzaamheden.
l
De motor moet voldoende luchttoevoer ontvangen.
l
Het apparaat moet worden beschermd tegen statische lading.
l
Zorg ervoor dat de voorzijde van de behuizing toegankelijk is voor eenvoudig onderhoud.
l
11.1
Wat u wel en niet moet doen
Monteer de pomp niet in een krappe ruimte zonder voldoende luchtstroming rondom de pomp.
l
Verpomp geen chemicaliën die niet compatibel zijn met de materialen van de pompkop.
l
Houd zuig- en persslangen zo kort en direct mogelijk – idealiter echter niet korter dan 1 meter – en volg de meest
l
directe route. Gebruik bochten met een grote radius: ten minste vier keer de leidingdiameter. Zorg ervoor dat de
aansluitleidingen en koppelingen sterk genoeg zijn om de voorspelde leidingdruk te kunnen weerstaan. Vermijd
slangverloopstukken en slangen met een kleinere binnendiameter dan de slang in het pompkopgedeelte; dit
geldt met name voor leidingen aan de aanzuigzijde. Kleppen in de leiding mogen de doorstroming niet
belemmeren. Kleppen in de doorstroomleiding moeten open staan wanneer de pomp in bedrijf is.
Gebruik zuig- en persleidingen met een binnendiameter die gelijk is aan of groter dan die van de pompslang.
l
Plaats de pomp, indien mogelijk, op of net onder het peil van de vloeistof dat moet worden verpompt. Dit
l
garandeert optimale toestroom en maximale pompefficiëntie.
De kleppen in de processtroom moeten worden geopend voordat de pomp wordt gestart. Gebruikers wordt
l
aangeraden tussen de pomp en een klep aan de perszijde van de pomp een overdrukbeveiliging te installeren
voor bescherming tegen schade die wordt veroorzaakt als de pomp per ongeluk met een gesloten persklep in
bedrijf wordt gezet.
11.2
Aansluiting op het leidingsysteem
Voorafgaand aan de aansluiting, moet u de leidingen reinigen en vreemde voorwerpen,
zoals lasresten, verwijderen.
Vermijd dat de leidingen op de pompaansluitingen krachten en torsies veroorzaken (bijv.
vervorming, uitzetting door temperatuur enz.) door gebruik van compensatoren of
andere geschikte apparatuur.
14
m-certa-compact-nl-01