Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt:
• Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
• Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en speel ze af in een rustige
omgeving.
• Houd de telefoon in de normale positie tegen uw oor als u een spraaklabel opneemt of een nummer kiest via een
spraaklabel.
• Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van soortgelijke
namen voor verschillende nummers.
Opmerking: U moet de spraaklabel exact zo uitspreken als u deze hebt opgenomen. Dit kan in bepaalde
omstandigheden moeilijkheden opleveren, bijvoorbeeld in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval.
Zorg dus dat u niet uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Spraaklabels toevoegen en beheren
Zorg dat in het telefoongeheugen de contacten aanwezig zijn waaraan u een spraaklabel wilt
toevoegen. U kunt ook spraaklabels toevoegen aan namen in het geheugen van de SIM–kaart. Als u de
SIM–kaart echter door een nieuwe kaart vervangt, moet u eerst de oude spraaklabels verwijderen
voordat u nieuwe spraaklabels kunt toevoegen.
Spraaklabels maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20).
1. Druk vanuit de standby–modus op
2. Ga naar het contact waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk op Gegev.. Ga naar het
gewenste telefoonnummer en druk op Opties.
3. Selecteer
Spraaklabel
4. Druk op
Starten
en spreek de woorden die u als spraaklabel wilt opnemen, duidelijk uit. Na de
opname wordt de spraaklabel afgespeeld.
Als de spraaklabel is opgeslagen, wordt de tekst
toon en wordt het pictogram
.
toev..
achter het telefoonnummer met de spraaklabel weergegeven.
Spraaklabel opgeslagen
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
weergegeven, klinkt een
97