11. Onderhoud
Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor routineonderhoud.
Om een duurzame hoge kwaliteit van uw printer te garanderen, voert u regelmatig de routineonderhoud uit of telkens
wanneer de media wordt gewisseld.
Wanneer de printer intensief wordt gebruikt (hoge doorvoer), voer dan dagelijks het onderhoud uit. Wanneer de
printer niet intensief wordt gebruikt, voert u dit onderhoud wekelijks uit.
WAARSCHUWING
Voordat u de printer en de binnenkant ervan reinigt, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen voor de veiligheid.
Om letsels te voorkomen, houd u uw vingers uit de omgeving van de papiergeleider bij het openen en sluiten van
de hoofdkap. Gevaar voor verwondingen.
De printkop wordt heel warm tijdens het afdrukken. Raak de printkop of de zone eromheen dus niet aan net na het
afdrukken. Gevaar voor brandwonden.
Giet geen water rechtstreeks op de printer. Dit kan schade, een elektrische schok of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Breng geen harde voorwerpen in contact met de printkop of de drukrol. Dit kan schade veroorzaken.
Gebruik geen vluchtige oplosmiddelen, zoals een verdunner en benzeen. Dit kan leiden tot verkleuring van het
deksel, afdrukfouten of schade aan de printer.
Raak de printkop niet aan met de blote handen. Dit kan statische elektriciteit veroorzaken en zo de printkop
beschadigen.
Printkop
Schakel de stroom uit en open de hoofdkap.
1
Reinig de printkop met een reinigingspen (accessoire), een watstaafje of een zachte doek die
2
licht bevochtigd is met ethanol.
Opmerking
Reinig de printkop na elke etiketrol of na elke werkdag.
Mediasensoren
Schakel de stroom uit en open de hoofdkap.
1
26 11. Onderhoud