Gebruik van de [Babymonitor]
1
Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak [Babymonitor] aan.
≥ De SSID van het draadloos toegangspunt waar dit toestel mee verbonden is wordt weergegeven.
2
Breng de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt
tot stand.
≥ Om er verbinding mee te maken selecteert u de SSID van het draadloze toegangspunt dat op het
scherm van dit toestel weergegeven wordt.
3
Start de toepassing "Image App" van de smartphone.
≥ Als dit toestel via het draadloze toegangspunt met het internet verbonden is, komt de
notificatiefunctie beschikbaar die notificaties van dit toestel naar de smartphone stuurt.
≥ Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, wordt het scherm van dit toestel uitgeschakeld.
Om het opnieuw in te schakelen, raakt u het scherm aan.
Verlaten van [Babymonitor]:
Raak [STOP] aan dat op het scherm van dit toestel weergegeven wordt of druk op de Wi-Fi-knop.
bericht wordt weergegeven.
≥ Het
Wat kunt u met de [Babymonitor] doen
∫ De baby in uw huis controleren
U kunt het beeld van de bewaakte baby op uw smartphone controleren.
≥ De beelden van de baby-bewaking kunnen niet opgenomen worden.
≥ Het kan niet bevestigd worden met meerdere smartphones tegelijk.
∫ Voice-bericht-functie
De smartphone en dit toestel kunnen als radiozenders/-ontvangers gebruikt worden en gebruikers
in staat stellen om de beurt te praten.
≥ Een voice-bericht van tot 1 minuut kan verzonden worden.
≥ Open de LCD-monitor van dit toestel wanneer u de Voice-berichtfunctie gebruikt.
∫ Versturen van notificaties naar uw smartphone
Dit toestel stuurt in de volgende gevallen een notificatie naar de smartphone:
≥ Als de bewaking van de baby start
≥ Als een geluid gedetecteerd wordt
∫ Geluidsdetectie
Als dit toestel een geluid detecteert, kan het automatisch een notificatie naar de verbonden
smartphone sturen.
≥ Deze functie kan alleen gebruikt worden als dit toestel via het draadloze toegangspunt met het
internet verbonden is wanneer de [Babymonitor] gebruikt wordt.
≥ Afhankelijk van de gevoeligheidsinstelling van de geluidsdetectie en de opname-
omstandigheden, kan het zijn dat geluiden niet gedetecteerd worden. Test de
geluidsdetectiefunctie van tevoren om te controleren of geluiden gedetecteerd en genotificeerd
kunnen worden.
Raak [JA] aan om de aanduiding te sluiten.
- 138 -