2. Controleer of het papier nu vlak is.
Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren.
Opmerking
• Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al
krullen ze niet naar binnen. Volg in zulke gevallen de onderstaande procedure om het papier maximaal 3
mm (0,1 inch) naar buiten te krullen (B) voordat u begint met afdrukken. Hiermee wordt het afdrukresultaat
mogelijk verbeterd.
(C) Afdrukzijde
Het is raadzaam om papier dat naar buiten krult met een vel tegelijk in te voeren.
Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u
Controle 4
opnieuw af te drukken.
Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit, absorbeert het
papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring ontstaan.
Verlaag de intensiteit in het printerbesturingsbestand en probeer opnieuw af te drukken.
1. Open het dialoogvenster Afdrukken.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
2. Selecteer Kleuropties (Color Options) in het pop-upmenu.
3. Stel de gewenste intensiteit in met behulp van de schuifregelaar Intensiteit (Intensity).
Wordt het afdrukken uitgevoerd buiten het aanbevolen afdrukgebied?
Controle 5
Als u buiten het aanbevolen afdrukgebied van het papier afdrukt, kunnen er vlekken ontstaan op de onderste
rand van het papier.
Wijzig het formaat van het origineel in uw toepassing.
Afdrukgebied
Is de glasplaat vuil?
Controle 6
Reinig de glasplaat.
De glasplaat en de documentklep reinigen
Is de papierinvoerrol vuil?
Controle 7
Reinig de papierinvoerrol.
De papierinvoerrol reinigen
22