Pagina 1
MG2500 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Problemen oplossen Afdrukken Kopiëren Scannen Nederlands (Dutch)
´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
Pagina 12
3. Schakel het selectievakje Achtergrond afdrukken (kleuren en afbeeldingen) (Print Background (colors & images)) bij Opmaak en opties (Format & Options) in.
Gebruik van de online handleiding Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden.
• Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. • Alle andere bedrijfsnamen en producten die in dit document worden genoemd, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Voorbeeld: '(modelnaam van uw product) papier plaatsen', '(modelnaam van uw product) 1000' Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking •...
Pagina 16
Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Windows 8 operating system (hierna Windows 8 genoemd) wordt gebruikt.
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een aangename fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte U kunt verschillende items, zoals collages, eenvoudig maken of fantastische afdrukmaterialen downloaden en afdrukken.
Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte Op het apparaat zijn de volgende nuttige functies beschikbaar vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte. • Eenvoudig foto's afdrukken • Inhoud downloaden Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
Als er een item is dat u bevalt, kunt u dit eenvoudig in slechts twee stappen afdrukken. 1. Selecteer in Afbeeldingsweergave van Quick Menu het item dat u wilt afdrukken. 2. Druk het item af met My Image Garden. Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst.
Pagina 21
U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u premium inhoud wilt downloaden, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/- inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen De apparaatinstellingen wijzigen...
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
Informatie over regelgeving en veiligheid ® Internationaal ENERGY STAR -programma Canon Inc., partner van ENERGY STAR, heeft bepaald dat dit product voldoet aan de efficiencyrichtlijnen van ENERGY STAR. Het afvoeren van batterijen (voor modellen met lithiumbatterij) Gebruikte batterijen afvoeren volgens de lokale regelgeving.
Pagina 26
Save Mode, please consider that this device may then only switch to a lower energy level after a longer period of time or not at all. Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default.
Vooraanzicht documentklep Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen. papiersteun Open de klep om papier in de achterste lade te plaatsen. papiergeleider Schuif de geleiders tegen de linkerzijde van de stapel papier aan. achterste lade In deze lade kunt u verschillende formaten of soorten papier plaatsen die u met het apparaat wilt gebruiken.
Pagina 30
bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel glasplaat Plaats hier het origineel dat u wilt kopiëren of scannen.
Achteraanzicht netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten. Belangrijk Raak het metalen omhulsel niet aan. De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl het apparaat bezig is met afdrukken of het scannen van originelen met de computer.
Binnenaanzicht FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf. Opmerking Een FINE-cartridge vervangen voor informatie over het vervangen van een FINE-cartridge.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. Knop AAN (ON) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. Het apparaat in- en uitschakelen AAN (ON)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens groen wanneer de printer wordt aangezet.
"Ondersteuningscode die hoort bij het aantal malen dat het AAN (ON)-lampje en Alarm-lampje beurtelings knippert" in Als er een fout optreedt Alarm-lampje Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is. Wanneer u onderhoud aan het apparaat uitvoert of apparaatinstellingen wijzigt, kunt u opties selecteren aan de hand van het aantal malen dat het lampje knippert.
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN (ON)-lampje brandt groen wanneer het apparaat is ingeschakeld. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN (ON)-lampje knippert en blijft groen branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
Pagina 38
Belangrijk Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN (ON)-lampje niet brandt. Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Opmerking Printer automatisch uitschakelen U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar het apparaat zijn gestuurd.
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten.
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN (ON)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN (ON)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg...
Pagina 44
Schuif de papiergeleider naar links en plaats het papier tegen de rechterkant van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. Verschuif de papiergeleider om deze uit te lijnen met de papierstapel. Schuif de papiergeleider niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.
Pagina 45
Opmerking Plaats het papier niet hoger dan de markering maximumcapaciteit (D). Opmerking Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier. Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
Pagina 47
Plaats enveloppen. Open de papiersteun. Trek de papieruitvoerlade en het verlengstuk van uitvoerlade uit. Schuif de papiergeleider naar links en plaats de enveloppen tegen de rechterkant van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde.
Pagina 48
Achterzijde Adreszijde Opmerking Plaats het papier niet hoger dan de markering maximumcapaciteit. Opmerking Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier. Nadat u enveloppen hebt geplaatst Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Enveloppen Origineel Canon-papier Het modelnummer van origineel Canon-papier wordt tussen haakjes vermeld. Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor gedetailleerde informatie over de bedrukbare zijde en notities over de behandeling van papier. Bezoek onze website voor informatie over de beschikbare papierformaten voor de verschillende soorten Canon-papier.
64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (behalve origineel Canon-papier) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten. Opmerkingen over het opslaan van papier Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken.
Ongeveer 10 vel (10 vellen: Legal) Enveloppen 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen. Papier voor het afdrukken van foto's: Mediumnaam <Modelnummer>...
Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb), behalve origineel Canon- papier) Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een...
Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk.
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 190,3 mm (5,56 x 7,49 inch) 203,2 x 277,3 mm (8,00 x 10,92 inch) 175,2 x 237,3 mm (6,90 x 9,34 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 132,7 mm (3,73 x 5,22 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 158,1 mm (4,73 x 6,22 inch)
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 259,7 mm (8,00 x 10,22 inch) Legal 203,2 x 335,9 mm (8,00 x 13,22 inch) Aanbevolen afdrukgebied 31,6 mm (1,24 inch) 29,2 mm (1,15 inch) Afdrukgebied 3,0 mm (0,12 inch) 16,7 mm (0,66 inch) 6,4 mm (0,25 inch) 6,3 mm (0,25 inch)
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied 8,0 mm (0,31 inch) 32,5 mm (1,28 inch) 5,6 mm (0,22 inch) 5,6 mm (0,22 inch)
Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren of scannen op de glasplaat plaatsen. Plaats een origineel op de glasplaat. Open de documentklep. Belangrijk Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de documentklep wordt geopend en ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
Pagina 60
Sluit de documentklep voorzichtig. Belangrijk Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren of scannen.
Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat plaatsen. Item Details - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten Typen originelen - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch)
Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knipperen de inktlampjes en het Alarm- lampje oranje om u op de hoogte te brengen van het probleem. Tel het aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen. Als er een fout optreedt Vervangingsprocedure Volg de onderstaande procedure wanneer u een FINE-cartridge moet vervangen.
Pagina 64
Laat de lege FINE-cartridge zitten als u gaat afdrukken, zelfs als u slechts één soort inkt gebruikt. Als de kleuren FINE-cartridge of de zwarte FINE-cartridge niet is geplaatst, treedt er een fout op en kan het apparaat niet afdrukken. De te gebruiken inktpatroon instellen voor informatie over het configureren van deze instelling.
Pagina 65
Verwijder de lege FINE-cartridge. Duw de FINE-cartridge omlaag totdat deze vastklikt. Verwijder de FINE-cartridge. Belangrijk Wees voorzichtig met de FINE-cartridge om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. Houd bij het weggooien van een lege FINE-cartridge rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking.
Pagina 66
Belangrijk Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape.
Pagina 67
Belangrijk Plaats de FINE-cartridge voorzichtig, zodat deze de elektrische contacten op de FINE-cartridgehouder niet raakt. Duw de FINE-cartridge naar binnen en omhoog totdat deze stevig vast zit.
Pagina 68
Belangrijk Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd. Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de kleuren FINE-cartridge als de zwarte FINE-cartridge is geplaatst. Plaats daarom beide cartridges. Sluit de klep. Opmerking Als het Alarm-lampje oranje brandt of knippert nadat de klep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit.
De inktstatus controleren e inktstatus controleren met de inktlampjes op het bedieningspaneel U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
e inktstatus controleren met de inktlampjes op het bedieningspaneel Opmerking De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd om de resterende inktvoorraad te detecteren. De voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINE- cartridge installeert. Daarna detecteert het apparaat de resterende inktvoorraad. Als u een gebruikte FINE-cartridge installeert, is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct.
Pagina 71
Opmerking U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen...
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de spuitopeningen van printkop (FINE-cartridge) waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen. Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, kunt u de afdrukkwaliteit mogelijk verbeteren door de printkop uit te lijnen.
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten: Stap 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af. Vanaf het apparaat Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Druk na het reinigen van de Bekijk het controleraster voor de printkop het controleraster voor spuitopeningen.
Pagina 76
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Als het probleem hiermee nog steeds niet is verholpen: Stap 4 Vervang de FINE-cartridge. Een FINE-cartridge vervangen Opmerking Als het probleem nog steeds niet is verholpen nadat de FINE-cartridge is vervangen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Bekijk de film Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE- cartridge die bijna leeg is.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. Controleer het raster op ontbrekende lijnen en de aanwezigheid van horizontale witte strepen. Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster (A): De printkop moet worden gereinigd.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld.
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is.
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE- cartridge die bijna leeg is.
Pagina 82
Belangrijk Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. Als het uitlijningsblad niet goed is afgedrukt, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en begint u de procedure opnieuw.
Pagina 83
Sluit de documentklep voorzichtig en druk op de knop Kleur (Color) of de knop Zwart (Black). Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Wanneer het AAN (ON)-lampje groen knippert en vervolgens blijft branden, is de aanpassing van de printkoppositie voltooid. Verwijder het uitlijningsblad voor de printkop van de glasplaat.
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De printkop uitlijnen De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van het apparaat reinigen...
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt. De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) Open het...
Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Diepte-reiniging (Deep Cleaning) is grondiger dan een normale reiniging. U gebruikt deze functie als een probleem met de printkop niet is opgelost nadat u de functie Reiniging (Cleaning) tweemaal hebt uitgevoerd. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) Nadat u het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) hebt geopend,...
Pagina 87
Verwant onderwerp De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken...
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de achterste lade.
De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch handmatig...
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in. Zelfs als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst. Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Pagina 92
Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in. Zelfs als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst. Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Pagina 93
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking Als u de huidige instelling wilt afdrukken en controleren, opent u het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) en klikt u op...
De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
Pagina 95
Nadat het aanpassingsraster is afgedrukt, wordt een bericht weergegeven. Zoals staat vermeld in het bericht, plaatst u het aanpassingsraster op de plaat en drukt u op de knop Starten (Start) op het apparaat. Het uitlijnen van de printkop wordt gestart. Opmerking Als u de huidige instelling wilt afdrukken en controleren, opent u het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) en klikt u op...
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
De binnenkant van het apparaat reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen...
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken. Gebruik altijd een zachte en droge doek.
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrollen vuil zijn of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrollen. Als u de papierinvoerrollen reinigt, slijten deze. Reinig de rollen daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat of een in de handel verkrijgbaar reinigingsvel Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder alle papier uit de...
Pagina 102
Nadat u de onderdelen van de papierinvoerrollen met een wattenstaafje hebt gereinigd, zet u de printer aan en reinigt u de papierinvoerrollen nogmaals. Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrollen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat* * Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt.
Pagina 104
Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt totdat het Alarm-lampje achtmaal oranje knippert en laat de knop daarna direct los. Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat. Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier. Als deze inktvlekken bevatten, moet u de onderste plaat opnieuw reinigen.
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje Als er inktresten aanwezig zijn op de uitstekende delen binnen in het apparaat, reinigt u deze delen met bijvoorbeeld een wattenstaafje.
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Klik op Afdrukopties...
Pagina 109
Wijzig de individuele instellingen Wijzig desgewenst de instelling van elk item en klik op OK. Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma...
Sla de instellingen op Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 112
Opmerking Afdrukprofielen die in de begininstellingen zijn geregistreerd, kunnen niet worden verwijderd.
De te gebruiken inktpatroon instellen Met deze functie kunt u de meest geschikte FINE-cartridge van de geïnstalleerde cartridges opgeven voor een bepaald doel. Wanneer een van de FINE-cartridges leegraakt en niet onmiddellijk door een nieuwe kan worden vervangen, kunt u de andere FINE-cartridge opgeven die nog inkt bevat, en verder gaan met afdrukken.
De stroomvoorziening van het apparaat beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
Opmerking Als het apparaat is uitgeschakeld of als communicatie tussen het apparaat en de computer is uitgeschakeld, kan een foutbericht verschijnen omdat de computer de apparaatstatus niet kan vaststellen. Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) Open het...
Pagina 117
Belangrijk U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Pagina 119
selecteert u deze optie. Als u de afdrukgegevens tijdens het afdrukken 90 graden naar rechts wilt draaien, schakelt u deze optie uit. Belangrijk Wijzig deze instelling niet terwijl de afdruktaak wordt weergegeven in de afdrukwachtlijst. Als u dat wel doet, kunnen tekens wegvallen of kan de indeling beschadigd raken.
Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2.
Het apparaat automatisch in-/uitschakelen U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt in- of uitgeschakeld, afhankelijk van de omstandigheden. Het apparaat automatisch inschakelen Het apparaat automatisch uitschakelen Het apparaat automatisch inschakelen U kunt het apparaat automatisch laten inschakelen wanneer u afdruk- of scanbewerkingen uitvoert vanaf een computer.
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Afgedrukte afbeeldingen bewaren Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het apparaat Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop.
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken.
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
Afgedrukte afbeeldingen bewaren Bewaar afgedrukte afbeeldingen in albums, doorzichtige fotohoesjes of glazen lijstjes om ze te beschermen tegen directe blootstelling aan lucht. Opmerking Als u afgedrukte afbeeldingen bewaart zonder ze voldoende te drogen, kunnen ze vervagen of verkleuren.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het apparaat Leg geen voorwerpen op de documentklep! Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de documentklep wordt geopend en ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant).
Pagina 132
Koppel de printerkabel los van de computer en het apparaat en trek vervolgens de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Zet met plakband alle kleppen van het apparaat vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak het apparaat vervolgens in de plastic zak.
Pagina 133
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. Papiergeld Postwissels Stortingsbewijzen...
Specificaties Algemene specificaties 4800* (horizontaal) x 600 (verticaal) Afdrukresolutie (dpi) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. USB-poort: Hi-Speed USB * * Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is Interface vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met Windows RT. Een internetverbinding is vereist om Easy-WebPrint EX en de hele Online handleiding te kunnen gebruiken.
Problemen oplossen Het apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Zoeken in alle functies Problemen met afdrukken Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met scannen...
Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN (ON)-lampje knippert. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
Pagina 140
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Papierstoringen Als papier is vastgelopen, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt automatisch een probleemoplossingsbericht op het computerscherm weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Bekijk de film Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen van het vastgelopen papier.
Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het papier in de printer plaatst.
Pagina 143
Reinig de papierinvoerrol. Controle 7 De papierinvoerrol reinigen Opmerking • Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is.
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in het apparaat op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Pagina 147
Om directe blootstelling aan de lucht te voorkomen, wordt het aanbevolen het papier op te bergen in een album, plastic map, fotolijst of dergelijke.
De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen Bekijk de film...
Pagina 150
Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 151
De glasplaat en de documentklep reinigen Zorg dat het origineel correct op de glasplaat is geplaatst. Controle 7 Originelen plaatsen Is het origineel met de te kopiëren zijde omlaag op de glasplaat geplaatst? Controle 8 Hebt u een afdruk gekopieerd die met dit apparaat is gemaakt? Controle 9 Als u een afdruk die is gemaakt met dit apparaat als origineel gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van de staat van het origineel.
Kleuren zijn onduidelijk Bekijk de film Wordt het controleraster voor de spuitopeningen correct afgedrukt? Controle 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten. Raadpleeg Vage afdrukken of onjuiste kleuren voor het afdrukken van het controleraster voor de...
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 Controleer of het papier waarop u afdrukt geschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt.
Pagina 158
2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen. Volg in zulke gevallen de onderstaande procedure om het papier maximaal 3 mm (0,1 inch) naar buiten te krullen (B) voordat u begint met afdrukken.
Pagina 159
Reinig de papierinvoerrol. De papierinvoerrol reinigen Opmerking • Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. Is het binnenste van het apparaat vuil? Controle 8 Als u dubbelzijdig afdrukt, kunnen er inktvlekken in het binnenste van het apparaat achterblijven waardoor de afdrukken besmeurd kunnen raken.
Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Bekijk de film Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
Pagina 162
Lijn de printkop uit. Controle 3 De printkop uitlijnen Opmerking • Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer.
Er wordt geen inkt toegevoerd Vervang een eventuele lege FINE-cartridge door een nieuwe. Controle 1 Is de FINE-cartridge correct geplaatst? Controle 2 Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade en de papieruitvoerlade uit, open de klep en verwijder de FINE- cartridges.
Problemen met scannen De scanner werkt niet ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd...
De scanner werkt niet Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 3: als de USB -kabel is aangesloten op een USB-hub, maakt u de kabel los van de USB -hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Controle 1: zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd. Installeer MP Drivers vanaf de installatie-cd-rom of van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Controle 2: selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing.
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het netsnoer weer aan. Controle 3: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: controleer of u één item goed kunt scannen. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: mogelijk wordt scannen van meerdere items niet ondersteund. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Lage scansnelheid Controle 1: als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Controle 2: stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Controle 1: sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 2: verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Resolutie...
De computer loopt vast tijdens het scannen Controle 1: start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie in ScanGear (scannerstuurprogramma) en scan het document nogmaals. Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor uitvoer' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding. Controle 2: verwijder onnodige bestanden om voldoende ruimte op de vaste schijf vrij te maken en voer de scan opnieuw uit.
Klik op de charm Instellingen (Settings) > Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's (Programs) > Een programma verwijderen (Uninstall a program). Dubbelklik op Canon IJ Scan Utility. Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. Klik op OK wanneer het verwijderen is voltooid.
Pagina 175
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's toevoegen of verwijderen (Add or Remove Programs). Selecteer Canon IJ Scan Utility en klik vervolgens op Wijzigen/verwijderen (Change/Remove). Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
De gescande afbeelding kan niet worden geopend Controle: als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Scanresultaten niet naar behoren Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm...
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Controle 1: verhoog de scanresolutie als de afbeelding rafelig Resolutie Controle 2: stel het weergaveformaat in op 100%. In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven. Controle 3: als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.
Pagina 179
Raadpleeg de Help van Windows of de handleiding van het beeldscherm voor informatie over het controleren van de kleurdiepte van het beeldscherm. Controle 5: maak de glasplaat en de documentklep schoon. Controle 6: als het document in slechte staat is (bijvoorbeeld vuil of vervaagd), gebruikt u Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches), Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en...
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Controle: geef het scangebied op. Klik op (Automatisch bijsnijden) in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) om automatisch het bijsnijdkader (scangebied) voor de toepasselijke itemgrootte weer te geven. U kunt het scangebied ook handmatig opgeven in de miniatuurweergave, of wanneer er witte marges rond het item zijn (bijvoorbeeld op foto's) of wanneer u aangepaste bijsnijdkaders wilt maken.
Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Controle: als Document of Tijdschrift (Magazine) als type item is geselecteerd deselecteert u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Controle 1: wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Opmerking U kunt het afbeeldingsformaat niet verkleinen in Paint.
De e-mailclient die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u een e-mailclient kunt selecteren Controle: controleer of de MAPI van de e-mailclient is ingeschakeld. Raadpleeg de handleiding van de e-mailclient voor het instellen van MAPI. Als het probleem niet is opgelost wanneer MAPI is ingeschakeld, selecteert u Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) in het scherm voor het selecteren van een e-mailclient en wijst u de afbeelding handmatig aan de uitgaande e-mail toe.
Problemen met het apparaat Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met de computer FINE-cartridgehouder schuift niet naar de vervangingspositie De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven...
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting is bevestigd en zet Controle 2 vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste twee Controle 3 minuten, doe de stekker van het apparaat vervolgens weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om het apparaat automatisch uit te schakelen activeert, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld als de tijd is verstreken die u hebt opgegeven. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Printer automatisch uit (Auto Power Off) bij Printer automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Kan geen goede verbinding maken met de computer Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
FINE-cartridgehouder schuift niet naar de vervangingspositie Is het AAN (ON)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN (ON)-lampje brandt. De FINE-cartridgehouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN (ON)- lampje uit is, sluit u de klep en zet u het apparaat aan. Knippert het Alarm-lampje? Controle 2 Sluit de klep, controleer hoe vaak het Alarm-lampje knippert, voer de juiste handelingen uit om het probleem op...
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printerstatusmonitor ingeschakeld? Controle 1 Controleer of Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven...
Kan MP Drivers niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer bij Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
Pagina 194
Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de Controle 1 computer.
Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als er een fout optreedt, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm weergegeven.
Pagina 198
Knippert 16 keer De inkt is op. 1688 Ondersteuningscode die hoort bij het aantal malen dat het AAN (ON)-lampje en het Alarm-lampje beurtelings knipperen Voorbeeld van twee maal knipperen: (A) Knippert (B) Gaat uit Aantal malen Oorzaak Ondersteuningscode Knippert 2 keer Er is een printerfout opgetreden.
Pagina 199
Opmerking • U kunt op de computer kijken welke stappen u moet uitvoeren bij fouten met een ondersteuningscode door de ondersteuningscode op te zoeken. Klik hier om te zoeken Een bericht verschijnt op het scherm voor meer informatie over het oplossen van fouten zonder ondersteuningscode.
Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
Pagina 201
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Als het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u de aanwijzingen op het scherm. • In Windows 8 selecteert u Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) op het Bureaublad (Desktop) > Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Apparaatbeheer (Device Manager).
Pagina 203
Lees de instructies op het scherm en voer de onderstaande procedure uit. • Indien u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm. De gebruiksgegevens van de printer worden via internet verstuurd. Als u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, worden de gegevens vanaf de volgende keer automatisch verzonden en wordt het bevestigingsvenster niet meer weergegeven.
Pagina 204
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
Lijst met ondersteuningscodes Als er een fout optreedt, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als er een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het computerscherm en voert u vervolgens de benodigde stappen uit. De ondersteuningscode wordt weergegeven op het computerscherm •...
Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) • Als u het vastgelopen papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de achterste lade: 1300 •...
Pagina 208
1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf of in de achterste lade. Actie Verwijder het vastgelopen papier aan de hand van de volgende procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 209
• Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen tijdens het uitvoeren. Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Papier is vastgelopen in het apparaat Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de achterste lade, of als het vastgelopen papier in het apparaat blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 211
4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. 6. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd. Als het papier is gescheurd, kan er gemakkelijk een stukje papier in het apparaat achterblijven. Controleer het volgende en haal eventueel achtergebleven papier uit de printer.
Pagina 212
7. Sluit de klep. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst. Als het bericht over vastgelopen papier op het computerscherm wordt weergegeven wanneer u het afdrukken hervat nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er misschien toch nog een stukje papier in het apparaat achtergebleven.
In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade? Controle 2 Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, zet u het apparaat uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Pagina 214
1000 Oorzaak Het papier in de achterste lade is op. Actie Plaats het papier opnieuw in de achterste lade en druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat.
Pagina 215
1200 Oorzaak De klep is open. Actie Sluit de klep en wacht een ogenblik. Sluit de klep niet terwijl u een FINE-cartridge vervangt.
Pagina 216
1203 Oorzaak De klep is geopend terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd. Actie Als papier is achtergebleven in het apparaat, verwijdert u het papier langzaam met beide handen en sluit u de klep. Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om de fout te annuleren. Het apparaat voert het papier uit en het afdrukken wordt hervat vanaf het volgende vel papier.
Pagina 217
1401 Oorzaak De FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Actie Plaats hier de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 218
1403 Oorzaak De juiste FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de juiste FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 219
1485 Oorzaak De juiste inktcartridge is niet geïnstalleerd. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge niet compatibel is met dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 220
1682 Oorzaak De FINE-cartridge wordt niet herkend. Actie Vervang de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 221
1684 Oorzaak De inktpatroon wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge mogelijk niet correct is geplaatst of niet geschikt is voor dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 222
Als u wilt doorgaan met afdrukken zonder deze functie, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat. Voor de beste kwaliteit beveelt Canon het gebruik van nieuwe, originele Canon-cartridges aan. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 223
1687 Oorzaak De FINE-cartridge is niet correct geplaatst. Actie Trek het verlengstuk van de uitvoerlade en de papieruitvoerlade uit, open de klep en verwijder de FINE- cartridges. Plaats daarna de FINE-cartridges opnieuw. Duw de FINE-cartridge omhoog tot deze vastklikt. Sluit daarna de klep.
Pagina 224
1688 Oorzaak De inkt is op. Actie Vervang de inktpatroon en sluit de klep. Als er wordt afgedrukt en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat terwijl de inktpatroon is geïnstalleerd. Het afdrukken kan worden voortgezet terwijl de inkt op is.
Pagina 225
1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 226
1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 227
1890 Oorzaak Het beschermende materiaal voor de FINE-cartridgehouder of de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Actie Zorg dat het beschermende materiaal of de tape niet aan de FINE-cartridgehouder bevestigd blijft. Als u beschermend materiaal of tape aantreft, trekt u het verlengstuk van de uitvoerlade en de papieruitvoerlade uit om het beschermende materiaal of de tape te verwijderen.
Pagina 228
2900 Oorzaak Het uitlijningsblad voor de printkop kan niet worden gescand. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om de fout te annuleren. Controleer de volgende punten en voer de automatische uitlijning van de printkop opnieuw uit. •...
Pagina 229
2901 Oorzaak Het afdrukken van het uitlijningsraster voor de printkop is voltooid en het apparaat is gereed om het blad te scannen. Actie Ga verder met het scannen van het afgedrukte uitlijningsraster. 1. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop met de bedrukte zijde omlaag en lijn de markering in de linkerbovenhoek van het blad uit met de positiemarkering...
Pagina 230
De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of alle originele FINE-cartridges van Canon correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Pagina 231
4102 Oorzaak Het mediumtype en het papierformaat zijn niet correct ingesteld. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren, wijzig de instelling voor mediumtype of papierformaat en druk daarna opnieuw af. • Als het mediumtype is ingesteld op Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II): Stel het papierformaat in op 10x15cm 4"x6"...
Pagina 232
5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 233
5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 234
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en zet het apparaat uit. Verwijder het vastgelopen papier of het beschermende materiaal waardoor de beweging van de FINE-cartridgehouder wordt belemmerd en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 235
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 236
5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 239
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 240
6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 241
6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 242
6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 243
6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 244
6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 245
6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 246
6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 247
6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 248
6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 249
6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 250
6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 251
6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 252
6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 253
6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 254
6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 255
6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
B200 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
B201 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma MP Drivers bijwerken De printer delen in een netwerk...
Afdrukken met de basisinstellingen In dit gedeelte wordt de eenvoudige procedure voor het instellen van het tabblad Snel instellen beschreven, zodat u op de juiste manier kunt afdrukken met dit apparaat. Controleer of het apparaat is ingeschakeld Plaats papier in het apparaat Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Selecteer een veelgebruikt profiel...
Belangrijk De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt.
Pagina 263
Belangrijk Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main), en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen en kunt u de volgende keer afdrukken met dezelfde instellingen. Klik in het venster Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op Opslaan...
Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma Normaal papier (inclusief Normaal papier (Plain Paper) gerecycled papier) Enveloppen Envelop (Envelope) Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Mediumtype (Media Type) in het Mediumnaam <Modelnummer> printerstuurprogramma Glossy Foto Papier Extra II Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus <PP-201>...
Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Passend op papier afdrukken Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Boekje afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stempel/achtergrond afdrukken Een stempel registreren Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat)
Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Klik op OK. Het document wordt met het geselecteerde paginaformaat en de geselecteerde afdrukstand afgedrukt. Opmerking Als Normaal formaat (Normal-size) is geselecteerd voor Pagina-indeling (Page Layout), wordt het selectievakje Grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch verkleinen (Automatically reduce large document that the printer cannot output) weergegeven.
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op.
Pagina 269
• Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): Voltooi de configuratie Klik op OK. Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt.
Pagina 270
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) is niet beschikbaar voor selectie als Tegels/poster (Tiling/Poster) bij Pagina-indeling (Page Layout) is geselecteerd. Als Boekje (Booklet) is geselecteerd voor Pagina-indeling (Page Layout), zijn Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) en Sorteren (Collate) niet beschikbaar voor selectie.
De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen Controleer de positie van de nietmarge met Nietmarge (Stapling Side) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 272
Opmerking Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge toegepast.
Passend op papier afdrukken De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel Passend op papier in Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 274
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat in het apparaat is geplaatst. Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina kleiner. Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) groter is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 276
• Selecteer een instelling voor Papierformaat printer (Printer Paper Size) Als het papierformaat voor de printer kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina kleiner. Als het papierformaat voor de printer groter is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
Pagina 277
Voltooi de configuratie Klik op OK. De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt. Belangrijk Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal, geeft u de instelling in deze toepassing op. U hoeft deze instelling dan niet in het printerstuurprogramma op te geven.
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel Pagina-indeling afdrukken in Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 279
Het instellen van de indeling van twee pagina's in het document van links naar rechts is nu voltooid. Stel het aantal af te drukken pagina's op één vel en de paginavolgorde in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK.
Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. De procedure voor het afdrukken van tegels/poster is als volgt: Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken Open het...
Selecteer het papierformaat Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat in het apparaat is geplaatst. Hiermee voltooit u de instellingen om het document in tweeën te delen en tegels/ poster af te drukken. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven...
Opmerking U kunt ook het afdrukbereik opgeven door op de pagina's in het instellingenvoorbeeld te klikken. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Het document wordt bij het afdrukken over meerdere pagina's verdeeld. Alleen bepaalde pagina's afdrukken Als de inkt vager wordt of opraakt tijdens het afdrukken, kunt u als volgt alleen bepaalde pagina's opnieuw afdrukken: Stel het afdrukbereik in...
Pagina 283
Voltooi de configuratie Klik op OK wanneer u de gewenste pagina's hebt geselecteerd. Alleen de opgegeven pagina's worden afgedrukt. Belangrijk Omdat het document wordt vergroot bij het afdrukken van tegels/posters, kan het resultaat korrelig zijn.
Boekje afdrukken Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet.
Pagina 285
Stel de nietmarge en de breedte van de marge in Klik op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Boekje afdrukken (Booklet Printing) en klik op OK. Nietmarge (Margin for stapling) Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid.
Pagina 286
Opmerking De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op de lege vellen die zijn ingevoegd met behulp van de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel dubbelzijdig afdrukken in Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig) (Duplex Printing (Manual)) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) in.
De beste Nietmarge (Stapling Side) wordt automatisch geselecteerd in de instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling wilt wijzigen, selecteert u een andere nietmarge in de lijst. Stel de breedte van de marge in Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en klik vervolgens op OK.
Stempel/achtergrond afdrukken De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en gebruikersnaam afdrukken.
Opmerking Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. Selecteer een stempel Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Semitransparante stempel afdrukken (Print semitransparent stamp) Schakel dit selectievakje in als u een semitransparante stempel op het document wilt afdrukken. Deze functie is alleen beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt. Alleen eerste pagina (Stamp first page only) Schakel dit selectievakje in als u de stempel alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
Pagina 292
Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven achtergrond afgedrukt. Opmerking De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op lege vellen die zijn ingevoegd met behulp van de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Een stempel registreren Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande stempel wijzigen en opnieuw registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
Pagina 294
Opmerking Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt •...
Pagina 295
• Klik voor Bitmap op Bestand selecteren... (Select File...) en selecteer het te gebruiken bitmapbestand (.bmp). Wijzig zo nodig de instellingen voor Grootte (Size) en Transparant wit gebied (Transparent white area). • Voor Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) worden de aanmaaktijd en -datum en de gebruikersnaam van het afgedrukte object weergegeven in Stempeltekst (Stamp Text).
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt opnieuw geopend. De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp). Stempelinstellingen wijzigen en registreren Selecteer de stempel waarvoor u de instellingen wilt wijzigen Klik op het selectievakje Stempel (Stamp) in het dialoogvenster Stempel/ Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)).
Pagina 297
Verwijderen (Delete). Klik op OK in het bevestigingsbericht. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt opnieuw geopend.
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
Pagina 299
Opmerking Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet beschikbaar. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond Klik op Bestand selecteren...
U kunt ook de positie van de achtergrond wijzigen door de afbeelding in het voorbeeldscherm te verslepen. Intensiteit (Intensity) Stel de intensiteit van de achtergrond in met de schuifregelaar Intensiteit (Intensity). Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de achtergrond donkerder en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt de achtergrond lichter.
Pagina 301
Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings). Als u de achtergrond onder een andere naam wilt opslaan, voert u deze naam in het vak Naam (Title) in en klikt u op Opslaan (Save). Klik op OK in het bevestigingsbericht. Voltooi de configuratie Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background).
Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS- statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt: Plaats een envelop in het apparaat...
Pagina 303
Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality). Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop.
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS- afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt: U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 305
Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) niet beschikbaar voor selectie. Verwant onderwerp Canon IJ-afdrukvoorbeeld...
Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) wordt geopend. Stel het aangepaste papierformaat in Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken papier in. Klik vervolgens op OK. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis van het document weergeven om het opnieuw af te drukken. De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is als volgt: Afdrukken (Print) Documenten combineren (Combine Documents)
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main). Voltooi de configuratie Klik op OK. Het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de afdrukresultaten zien. Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken • Afdrukdocumenten combineren U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
Pagina 310
• Als u de volgorde van afdrukdocumenten wilt wijzigen, gaat u naar de lijst Documentnaam (Document Name) en selecteert u het afdrukdocument dat u wilt verplaatsen. Vervolgens selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Documenten (Documents) en dan Document verplaatsen (Move Document), waarna u het gewenste item selecteert.
Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt. Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. Opmerking U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
Pagina 312
Belangrijk Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File). Als het maximumaantal registraties wordt overschreden, worden de oudste registraties uit de geschiedenis verwijderd. Een afdrukdocument selecteren Selecteer in de lijst Documentnaam (Document Name) het document dat u wilt afdrukken.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma)
De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en klik op Instellen...
Belangrijk Bepaalde niveaus voor afdrukkwaliteit kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde instellingen voor Mediumtype (Media Type). Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel afdrukken in grijstinten in Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) in.
Pagina 317
afgedrukte kleuren verschillen van de kleuren in de oorspronkelijke afbeelding. Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken, converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing. Opmerking Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan zowel kleureninkt als zwarte inkt worden gebruikt.
U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven.
Klik op de tab Afstemming (Matching), selecteer de instelling voor Kleurcorrectie (Color Correction) die overeenkomt met uw doel en klik op OK. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Pagina 320
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Kleurcorrectie (Color Correction) niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen...
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van de kleurcorrectiefunctie van het printerbesturingsbestand. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
Pagina 322
Wanneer de gegevens worden afgedrukt, benadrukt de printer subtiele kleurverschillen tussen donkere en lichte delen, waarbij de donkerste en lichtste gebieden intact blijven. Wanneer de gegevens worden afgedrukt, past de printer het resultaat toe van gedetailleerde aanpassingen die zijn aangebracht met een toepassing, zoals aanpassingen in de helderheid.
U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB- gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
Pagina 324
Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). De kleuren van de gegevens worden bij het afdrukken aangepast. Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen...
Een ICC-profiel opgeven vanuit de toepassing en de gegevens afdrukken Wanneer u het resultaat afdrukt van bewerkingen en verbeteringen die zijn aangebracht met Adobe Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing waarin u ICC-profielen voor invoer en afdrukken kunt opgeven, kunt u bij het afdrukken effectief gebruikmaken van de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel dat in de beeldgegevens is opgegeven.
Pagina 326
Stel de andere items in Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Pagina 327
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. Selecteer de kleurcorrectie Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) voor Kleurcorrectie (Color Correction). Selecteer het invoerprofiel Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens.
Pagina 328
Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de beeldgegevens door het apparaat gebruikt. Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen...
De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans. Gebruik het printerstuurprogramma alleen als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen.
Pagina 330
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. Pas de kleurbalans aan Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de schuifregelaar naar links schuift. Als bijvoorbeeld cyaan zwakker wordt, wordt de kleur rood sterker.
Pagina 331
Belangrijk Verschuif de schuifregelaar langzaam. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt. Belangrijk Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta, Geel (Yellow)) niet beschikbaar voor selectie.
Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de kleurbalans aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden.
Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow). Belangrijk Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/ Magenta/Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
Pagina 334
Aantal patrooninstanties (Amount of Pattern Instances) Selecteer Grootst (Largest), Groot (Large) of Klein (Small) om het aantal af te drukken patronen te selecteren. Opmerking Grootst (Largest) en Groot (Large) kunnen niet worden geselecteerd als bepaalde papierformaten of uitvoerpapierformaten zijn geselecteerd. Kleurvariatie tussen instanties (Color Variation Between Instances) Stel de hoeveelheid kleurvariatie tussen aangrenzende patronen in.
Pagina 335
Belangrijk Patronen worden gewoonlijk afgedrukt met de ingestelde kleurbalans als middelste waarde. Wanneer echter Alleen zwart (Black Only) is geselecteerd voor Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance), wordt de ingestelde kleurbalans niet toegepast op de patroonafdruk. Pas de kleurbalans aan Bekijk de afdrukresultaten en selecteer de afbeelding die u het best bevalt.
Pagina 336
Belangrijk Wanneer Een patroon afdrukken voor kleuraanpassing (Print a pattern for color adjustment) is geselecteerd op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment), zijn de volgende items niet beschikbaar voor selectie: • Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) op het tabblad Afdruk (Main) • Nietmarge (Stapling Side) en Marge instellen...
De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Normaal (Normal) is Licht (Light) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd...
Pagina 338
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. Geef de helderheid op Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto...
Pagina 340
Pas de intensiteit aan Wanneer u de schuifregelaar Intensiteit (Intensity) naar rechts verplaatst, worden de kleuren donkerder en wanneer u de schuifregelaar naar links verplaatst, worden de kleuren helderder. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Pagina 342
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. Pas het contrast aan Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Pagina 343
Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma)
Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de intensiteit en het contrast aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden.
Pagina 345
Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast). Papierformaat printer (Printer Paper Size) Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk. Opmerking Afhankelijk van het geselecteerde papierformaat op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup) kunt u sommige formaten mogelijk niet selecteren.
Pagina 346
Opmerking Grootst (Largest) en Groot (Large) kunnen niet worden geselecteerd als bepaalde papierformaten of uitvoerpapierformaten zijn geselecteerd. Kleurvariatie tussen instanties (Color Variation Between Instances) Stel de hoeveelheid kleurvariatie tussen aangrenzende patronen in. Opmerking Groot (Large) is ongeveer tweemaal zo groot als Middel (Medium) en Klein (Small) is ongeveer half zo groot als Middel (Medium).
Pagina 347
Schakel het selectievakje Een patroon afdrukken voor kleuraanpassing (Print a pattern for color adjustment) uit en klik op OK. Opmerking U kunt de intensiteit en het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/ intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen bij Extra functies (Additional Features).
Pagina 348
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk de toepassingssoftware. Verwante onderwerpen De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Canon IJ-afdrukvoorbeeld Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met dit apparaat. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Pagina 351
De handleiding van het printerstuurprogramma weergeven Als u een beschrijving van een tabblad in het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wilt weergeven, klikt u op de knop Help op dat tabblad. Verwant onderwerp Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de gebruikte toepassing of via het printerpictogram. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken. Selecteer de opdracht voor het afdrukken in de toepassing die u gebruikt Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File), waardoor het dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
Pagina 353
• Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers. • Als u Windows XP gebruikt, selecteert u start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers en andere hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch gestart wanneer afdrukgegevens naar het apparaat worden gestuurd. De Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven als een knop op de taakbalk. Klik op de knop van de statusmonitor die op de taakbalk wordt weergegeven. De Canon IJ- statusmonitor wordt weergegeven. Opmerking...
Pagina 355
Voer in dergelijke gevallen de beschreven maatregelen uit.
De inktstatus controleren vanaf uw computer Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS- statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. Open het...
Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS- statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan.
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik van het printerstuurprogramma rekening met het volgende. Beperkingen van het printerstuurprogramma • In sommige toepassingen is de instelling Aantal (Copies) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma niet beschikbaar voor selectie.
• In sommige toepassingen wordt het afdrukken in meerdere afdruktaken onderverdeeld. Verwijder al deze taken als u het afdrukken wilt annuleren. • Als afbeeldingsgegevens niet correct worden weergegeven, opent u het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) via het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) en wijzigt u de instelling van ICM uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the application software).
Pagina 361
6. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opnieuw en klik op OK. 7. Start het afdrukken. • Als bitmaps afdrukken is ingeschakeld in Adobe Illustrator (Adobe Systems Incorporated), kan het afdrukken lang duren of worden bepaalde gegevens mogelijk niet afgedrukt. Start het afdrukken pas nadat u het selectievakje Bitmap afdrukken (Bitmap Printing) in het dialoogvenster Afdrukken (Print) hebt uitgeschakeld.
Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor...
Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op het apparaat. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd. Wanneer u een afdrukprofiel selecteert op basis van het doel van het document, worden instellingen toegepast die overeenkomen met het doel.
Pagina 364
Zakelijk document (Business Document) Selecteer deze instelling wanneer u een algemeen document afdrukt. Als Paginaformaat (Page Size), Afdrukstand (Orientation) en Aantal (Copies) zijn ingesteld vanuit de toepassing, hebben die instellingen voorrang. Papier besparen (Paper Saving) Selecteer deze instelling om papier te besparen wanneer u een algemeen document afdrukt.
Pagina 365
Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Opties... (Options...) Hiermee opent u het Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings). Hier kunt u de details wijzigen van het afdrukprofiel dat u wilt opslaan. Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) Selecteer de pictogrammen van de afdrukprofielen die u wilt registreren in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en wijzig de items die...
Pagina 366
Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen afdrukvoorbeeld wilt zien. Belangrijk Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Extra functies (Additional Features)
Pagina 367
2 op 1 afdrukken (2-on-1 Printing) Hiermee drukt u twee pagina's van het document naast elkaar af op één vel papier. Als u de volgorde van de pagina's wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup), selecteert u Pagina-indeling (Page Layout) voor Pagina-indeling (Page Layout) en klikt u op Opgeven...
Pagina 368
Belangrijk Afhankelijk van de afdrukprofielen die zijn geselecteerd in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) zijn sommige functies mogelijk lichtgrijs en kunt u ze niet wijzigen. Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier. Selecteer een mediumtype dat overeenstemt met het papier dat in de printer is geplaatst. Zo zorgt u ervoor dat correct wordt afgedrukt voor het opgegeven papier.
Pagina 369
Liggend (Landscape) Het document wordt afgedrukt waarbij het 90 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier. U kunt de draairichting wijzigen door naar het tabblad Onderhoud (Maintenance) te gaan, het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) te openen en het selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) te gebruiken.
Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) Documenten worden de volgende keer afgedrukt met de huidige instellingen. Als u deze functie selecteert en daarna het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma sluit, worden de gegevens die u hebt ingesteld op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen en kunt u de volgende keer afdrukken met dezelfde instellingen.
Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren.
Klad (Draft) Deze instelling is geschikt voor testafdrukken. Aangepast (Custom) Selecteer deze optie als u een aangepaste afdrukkwaliteit wilt instellen. Deknop Instellen... (Set...) wordt ingeschakeld en u kunt het Dialoogvenster Aangepast (Custom) openen om aangepaste instellingen op te geven. Instellen... (Set...) Hiermee opent u het dialoogvenster Aangepast (Custom).
Pagina 373
en het tabblad Afstemming van het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) openen om de gewenste instellingen op te geven. Instellen... (Set...) In het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) kunt u afzonderlijke kleurinstellingen zoals Cyaan (Cyan), Magenta, Geel (Yellow), Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast opgeven op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en de methode voor Kleurcorrectie (Color Correction) selecteren op het tabblad Afstemming (Matching).
Pagina 374
Opmerking De afbeelding is monochroom als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is ingeschakeld. Cyaan (Cyan) / Magenta / Geel (Yellow) Hier past u de sterkte van Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow) aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt een kleur sterker en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift wordt een kleur zwakker.
Pagina 375
Een patroon afdrukken voor kleuraanpassing Wanneer de kleurbalans, de intensiteit of het contrast is gewijzigd, drukt de functie voor patroonafdruk een lijst met de resultaten van de aanpassing af, samen met de aanpassingswaarden. Selecteer deze functie als u een patroon voor kleuraanpassing afdrukt. Voorkeuren voor patroonafdruk...
Pagina 376
Opmerking Afhankelijk van het geselecteerde papierformaat op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u sommige formaten mogelijk niet selecteren. Aantal patrooninstanties (Amount of Pattern Instances) Hier stelt u het aantal patronen in dat u wilt afdrukken. U hebt de keuze uit Grootst (Largest), Groot (Large) en Klein (Small). Wanneer u een patroonformaat kiest, kunt u het volgende aantal patronen afdrukken: Grootst (Largest)
Pagina 377
(ICC Profile Matching)) of Geen (None), afhankelijk van het doel van de afdrukbewerking. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Pagina 378
Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen afdrukvoorbeeld wilt zien. Belangrijk Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Standaard (Defaults) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen die u hebt gewijzigd.
Pagina 379
De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) Kleurcorrectie opgeven De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen Een kleurendocument monochroom afdrukken Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken...
Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u bepalen hoe een document op het papier moet worden geplaatst. Op dit tabblad kunt u ook het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u deze instellingen op met de toepassing.
Pagina 381
Afdrukstand (Orientation) Hier selecteert u de afdrukstand. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, selecteert u dezelfde afdrukstand als in de toepassing. Staand (Portrait) Het document wordt zo afgedrukt dat de boven- en onderkant ongewijzigd zijn ten opzichte van de invoerrichting van het papier.
Pagina 382
Normaal formaat (Normal-size) Dit is de normale afdrukmethode. Selecteer deze optie als u geen pagina-indeling opgeeft. Grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch verkleinen (Automatically reduce large document that the printer cannot output) Als de printer het papierformaat van een document niet kan afdrukken, kan het apparaat het formaat automatisch verkleinen wanneer het document wordt afgedrukt.
Pagina 383
U kunt de instellingen die u in dit dialoogvenster opgeeft, controleren in het instellingenvoorbeeld van het printerstuurprogramma. Voorbeeldpictogram Hiermee geeft u de instellingen weer die u hebt aangebracht in het dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing). U kunt controleren hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt.
Pagina 384
Voorbeeldpictogram Hier worden de instellingen van het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) weergegeven. U kunt controleren hoe het afdrukresultaat eruitziet. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal). Naarmate het aantal delingen toeneemt, neemt het aantal vellen dat gebruikt wordt om af te drukken toe.
Pagina 385
U kunt ook Pagina's (Pages) selecteren bij Paginabereik afdrukken (Print page range) en een paginabereik opgeven. Boekje (Booklet) Boekje afdrukken is een handige functie om een boekje te maken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van een vel papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet.
Pagina 386
Paginarand (Page Border) Hiermee drukt u een paginarand af rond elke documentpagina. Schakel dit selectievakje in om de paginarand af te drukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen paginarand wilt afdrukken. Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig) (Duplex Printing (Manual)) Selecteer of u het document handmatig wilt afdrukken op beide zijden van het papier of op één zijde van het papier.
Pagina 387
Belangrijk Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u het aantal afdrukken op in de toepassing en niet hier. Vanaf de laatste pagina afdrukken/Sorteren Hier geeft u de volgorde op waarin u de documentpagina's wilt afdrukken. Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) Schakel dit selectievakje in als u wilt dat bij het afdrukken met de laatste pagina wordt begonnen.
Pagina 388
ICM uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the application software) Hiermee schakelt u de ICM-functie uit die is vereist vanuit de toepassing. Als een toepassing Windows ICM gebruikt om gegevens af te drukken, kunnen onverwachte kleuren worden afgedrukt of kan de afdruksnelheid afnemen. Als deze problemen zich voordoen, kunt u de problemen mogelijk oplossen door dit selectievakje in te schakelen.
Pagina 389
Toepassingen mogen afdrukgegevens niet comprimeren (Do not allow application software to compress print data) Compressie van de afdrukgegevens van de toepassing is niet toegestaan. Als afbeeldingsgegevens ontbreken in het afdrukresultaat of als de kleuren niet correct zijn, kunt u dit mogelijk verbeteren door dit selectievakje in te schakelen. Belangrijk Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit.
Pagina 390
Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss) U kunt de omvang van de afdrukgegevens die met de toepassing zijn gemaakt, verkleinen en daarna de gegevens afdrukken. Afhankelijk van de gebruikte toepassing kunnen de afbeeldingsgegevens worden afgesneden of niet correct worden afgedrukt. Selecteer in dat geval Aan (On). Selecteer Uit (Off) als u deze functie niet gebruikt.
Pagina 391
Dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel... (Stamp...)) In het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel... (Stamp...)) kunt u een stempel en/of achtergrond over of achter de documentpagina's afdrukken. Naast de kant-en-klare voorbeelden kunt u uw eigen stempel of achtergrond opslaan en gebruiken. Opmerking Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) in de knop Stempel...
Pagina 392
Als Stempeltype (Stamp Type) is ingesteld op Tekst (Text) of Datum/tijd/ gebruikersnaam (Date/Time/User Name) Stempeltekst (Stamp Text) Hier geeft u de tekst van de stempel op. U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Voor Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) worden de aanmaaktijd en -datum en de gebruikersnaam van het afgedrukte object weergegeven in Stempeltekst (Stamp Text).
Pagina 393
Grootte (Size) Hier past u het formaat aan van het bitmapbestand dat u als stempel wilt gebruiken. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt het formaat groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het formaat kleiner. Transparant wit gebied (Transparent white area) Hier geeft u op of u met wit gevulde delen van de bitmap transparant wilt maken.
Pagina 394
Opmerking Afdrukstand (Orientation) is alleen ingeschakeld als Tekst (Text) of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) is geselecteerd voor Stempeltype (Stamp Type) op het tabblad Stempel (Stamp). Opmerking Klik op Standaard (Defaults) om de stempelpositie in te stellen op Centreren (Center) en de positie op 0. Tabblad Instellingen opslaan (Save settings) Op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings) kunt u een nieuwe stempel registreren of een overbodige stempel verwijderen.
Pagina 395
Opmerking De stempel krijgt prioriteit omdat deze over de documentgegevens heen wordt afgedrukt in de gedeelten waar de stempel en de documentgegevens elkaar overlappen. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt de stempel achter de documentgegevens afgedrukt en in overlappende gedeelten mogelijk niet weergegeven (afhankelijk van de gebruikte toepassing).
Pagina 396
U kunt een bitmap registreren als achtergrond en de lay-outmethode en intensiteit van de geselecteerde achtergrond wijzigen. Tabblad Achtergrond (Background) Op het tabblad Achtergrond kunt u een bitmapbestand (.bmp) selecteren dat u wilt gebruiken als achtergrond en aangeven hoe u de geselecteerde achtergrond wilt afdrukken.
Pagina 397
Tabblad Instellingen opslaan (Save settings) Op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings) kunt u een nieuwe achtergrond registreren of een overbodige achtergrond verwijderen. Naam (Title) Voer de titel in om de opgegeven achtergrondafbeelding op te slaan. U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Opmerking Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd.
Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het apparaat of de instellingen van het apparaat wijzigen. Reiniging (Cleaning) Hiermee voert u een reiniging van de printkop uit. Bij het reinigen van de printkop worden de spuitopeningen vrijgemaakt. Voer deze reiniging uit wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al zijn alle inktniveaus hoog genoeg.
Pagina 399
Inktgroep (Ink Group) Wanneer u klikt op Reiniging (Cleaning) of Diepte-reiniging (Deep Cleaning), wordt het venster Inktgroep (Ink Group) weergegeven. Hier selecteert u de inktgroep waarvoor u de printkop wilt reinigen. Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren voordat u een reiniging of diepte-reiniging uitvoert.
Pagina 400
Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value) Klik op deze knop om de huidige ingestelde waarde voor de positie van de printkop te controleren. De huidige ingestelde waarde voor de positie van de printkop wordt afgedrukt. Dialoogvenster Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Als u de positie van de printkop handmatig wilt aanpassen, klikt u op Printkop uitlijnen (Align Print Head) in het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) en voert u de bewerkingen in de weergegeven...
Pagina 401
Klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern). Klik in het bevestigingsbericht op OK. Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt weergegeven. linkerbitmap (goed) De spuitopeningen van de printkop zijn niet verstopt. rechterbitmap (slecht) De spuitopeningen van de printkop zijn mogelijk verstopt. Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) en keert u terug naar het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Pagina 402
kan worden vervangen, kunt u de andere FINE-cartridge opgeven die nog inkt bevat, en verder gaan met afdrukken. Inktpatroon (Ink Cartridge) Hiermee kunt u de FINE-cartridge selecteren die u wilt gebruiken om af te drukken. Alleen kleur (Color Only) Hiermee wordt alleen de kleuren-FINE-cartridge gebruikt. Alleen zwart (Black Only) Hiermee wordt alleen de zwarte FINE-cartridge gebruikt.
Pagina 403
Printer uit (Power Off) Hiermee schakelt u de printer uit via het stuurprogramma van het apparaat. Gebruik deze functie om het apparaat uit te schakelen wanneer u niet op de knop AAN (AAN/UIT) op de printer kunt drukken omdat u geen toegang hebt tot het apparaat. U moet op de knop AAN (AAN/UIT) op de printer drukken om het apparaat weer in te schakelen nadat u op deze knop hebt gedrukt.
Pagina 404
Stille instellingen (Quiet Settings) Hiermee opent u het Dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings). In het dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings) kunt u een instelling opgeven die ervoor zorgt dat het apparaat minder geluid maakt. Dit is handig als het geluid van het apparaat storend is, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt.
Pagina 405
Aangepaste instellingen (Custom Settings) Hiermee opent u het Dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings). Gebruik deze functie om de instellingen van deze printer te wijzigen. Opmerking Als de printer uit staat of bidirectionele communicatie is uitgeschakeld, kan een bericht verschijnen omdat de computer de printerstatus niet kan vaststellen. Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
Pagina 406
Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) Deze functie start het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld en geeft de afdrukgeschiedenis weer. Opmerking U kunt deze functie alleen gebruiken met het XPS-printerstuurprogramma. Printerstatus weergeven (View Printer Status) Hiermee start u de Canon IJ-statusmonitor. Gebruik deze functie als u de printerstatus en de voortgang van een afdruktaak wilt controleren.
De te gebruiken inktpatroon instellen De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De stroomvoorziening van het apparaat beheren Verwante functies Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren.
Pagina 409
Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ-afdrukvoorbeeld. Menu Pagina (Page) Dit menu bevat de volgende opdrachten waarmee u de pagina kunt selecteren die u wilt weergeven. Al deze opdrachten, behalve Pagina selecteren, kunnen ook worden geselecteerd via de werkbalk.
Pagina 410
In dit scherm kunt u ook de instellingen voor het mediumtype en de papierbron wijzigen. Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor Canon IJ- afdrukvoorbeeld weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren. Knop Afdrukken starten (Start Printing) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
Pagina 411
Knop Afdrukken annuleren (Cancel Printing) Hiermee beëindigt u het Canon IJ-afdrukvoorbeeld en annuleert u het afdrukken van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. U kunt op deze knop klikken terwijl documenten in de wachtrij worden geplaatst. Venster Afdrukinformatie voor pagina's (Print Page Information) Hier wordt links van het voorbeeldscherm informatie over elke pagina weergegeven.
Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren.
Pagina 413
Alle documenten afdrukken (Print All Documents) Hiermee drukt u alle documenten in de documentenlijst af en wordt het Canon IJ XPS- afdrukvoorbeeld gesloten. Afdrukgeschiedenis opslaan (Save Print History) Hiermee bepaalt u of de documenten die vanuit het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld zijn afgedrukt, worden opgeslagen in de afdrukgeschiedenis.
Pagina 414
Documenten opnieuw instellen (Reset Documents) Hiermee herstelt u de status van het document dat is geselecteerd in de documentenlijst zoals dit was voordat het werd toegevoegd aan het Canon IJ XPS- afdrukvoorbeeld. De gecombineerde documenten worden gescheiden en de originele documenten worden hersteld.
Pagina 415
Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) Hiermee kunt u de instellingen voor monochroom afdrukken wijzigen. Deze opdracht heeft dezelfde functie als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) in het gebied met afdrukinstellingen. Pagina-indeling afdrukken... (Page Layout Printing...) Hiermee opent u het dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing).
Pagina 416
Naar eerste (Move to First) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina naar het begin van het document. Als de geselecteerde pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Eén vooruit (Move Forward One) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina één positie naar voren.
Pagina 417
Pagina's (Pages) Gebruik de volgende opdrachten om de pagina te selecteren die u wilt weergeven. Eerste pagina (First Page) Hiermee geeft u de eerste pagina van het document weer. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
Pagina 418
Afdrukinstellingen weergegeven bij opstarten (Print Settings Displayed at Startup) Hiermee stelt u in welk tabblad in het gebied met afdrukinstellingen wordt weergegeven wanneer het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wordt gestart. Selecteer Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment).
Pagina 419
Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor het Canon IJ XPS- afdrukvoorbeeld weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren. (Afdrukken) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af. De afgedrukte documenten worden uit de lijst verwijderd en wanneer alle documenten zijn afgedrukt, wordt het Canon IJ-afdrukvoorbeeld gesloten.
Pagina 420
(Eén omhoog) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omhoog. Als het geselecteerde document het eerste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. (Eén omlaag) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
Pagina 421
Status Hier wordt de status van de afdrukdocumenten weergegeven. Documenten waarvan de gegevens worden verwerkt, worden weergegeven als Gegevens verwerken (Processing data). Belangrijk Documenten die worden weergegeven als Gegevens verwerken (Processing data), kunnen niet worden afgedrukt of bewerkt. Wacht totdat de gegevensverwerking is voltooid. Gebied met afdrukinstellingen Hier kunt u de afdrukinstellingen van de geselecteerde documenten in de documentenlijst controleren en wijzigen.
Pagina 422
Cyaan (Cyan)/Magenta/Geel (Yellow) Hier past u de sterkte van Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow) aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt een kleur sterker en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift wordt een kleur zwakker. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Pagina 423
Als het aantal afdrukken niet kan worden gewijzigd voor het afdrukdocument, is dit item lichtgrijs en niet beschikbaar. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Afdrukken (Print) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
(waarschuwing over inktniveau). Overzicht van Canon IJ-statusmonitor Met de Canon IJ-statusmonitor kunt u de status van het apparaat en de inkt controleren aan de hand van afbeeldingen en berichten. U kunt informatie over het afgedrukte document en de voortgang van de afdruktaak controleren tijdens het afdrukken.
Pagina 425
: er is een fout opgetreden die service vereist. FINE-cartridge De Canon IJ-statusmonitor toont een pictogram bij een waarschuwing over weinig of geen inkt. Daarnaast toont deze functie de geschatte inktniveaus van de FINE-cartridge.
Pagina 426
Hiermee sluit u het dialoogvenster Inktdetails (Ink Details) en keert u terug naar de Canon IJ-statusmonitor. Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor de Canon IJ- statusmonitor weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren.
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen MP Drivers omvat een printerstuurprogramma en ScanGear (scannerstuurprogramma). Door MP Drivers bij te werken naar de nieuwste versie van MP Drivers, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt vanaf onze website de nieuwste MP Drivers voor uw model downloaden. Belangrijk U kunt MP Drivers gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening.
Onnodige MP Drivers verwijderen Als u MP Drivers niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen. Sluit alle actieve toepassingen voordat u MP Drivers gaat verwijderen. De procedure voor het verwijderen van MP Drivers is als volgt: Start het verwijderprogramma •...
Pagina 430
Voer het verwijderprogramma uit Klik op Uitvoeren (Execute). Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht. Klik op Voltooien (Complete) wanneer alle bestanden zijn verwijderd. Het verwijderen van MP Drivers is voltooid. Belangrijk Wanneer u MP Drivers verwijdert, worden het printerstuurprogramma, het XPS- printerstuurprogramma en ScanGear (het scannerstuurprogramma) verwijderd.
Voordat u MP Drivers installeert In dit onderwerp worden de items beschreven die u moet controleren voordat u MP Drivers installeert. U moet dit gedeelte ook raadplegen als MP Drivers niet kan worden geïnstalleerd. De apparaatstatus controleren • Controleer of de USB-poort van het apparaat en de computer stevig op de USB-kabel zijn aangesloten.
MP Drivers installeren U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers en het XPS- printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van de gedownloade MP Drivers is als volgt: Schakel het apparaat uit Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
Pagina 433
De installatie van MP Drivers is nu voltooid. Afhankelijk van de omgeving die u gebruikt, wordt wellicht een bericht weergegeven dat u de computer opnieuw moet opstarten. Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien. Belangrijk U kunt het XPS-stuurprogramma installeren door dezelfde procedure te volgen als voor de installatie van MP Drivers.
Belangrijk Als er een fout optreedt wanneer een document vanaf een clientsysteem wordt afgedrukt met een gedeelde printer, wordt het foutbericht van de Canon IJ-statusmonitor zowel op het clientsysteem als op de afdrukserver weergegeven. Bij normale afdruktaken wordt de Canon IJ-statusmonitor alleen op het clientsysteem weergegeven.
Instellingen op de afdrukserver Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem op delen instellen. De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt: Installeer MP Drivers op het afdrukserversysteem Voer een van de onderstaande stappen uit: •...
Pagina 436
• Als u Windows XP gebruikt, selecteert u de optie Delen... (Sharing...) in het menu Bestand (File). Belangrijk In Windows 8, Windows 7 of Windows Vista wordt mogelijk een bevestigings-/ waarschuwingsvenster weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software. Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van een taak.
Instellingen op de client-pc Na het instellen van het afdrukserversysteem, stelt u het clientsysteem in. De procedure voor het instellen van de clientsystemen is als volgt: Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt Installeer MP Drivers op de clientsystemen Opmerking U moet handmatig de verbindingsbestemming op de clientcomputer selecteren.
Pagina 438
Het kan enige tijd duren voordat het pictogram van de printer wordt weergegeven. Voltooi de configuratie Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish). • Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt, wordt het pictogram voor de gedeelde printer weergegeven in het venster Apparaten en printers (Devices and Printers).
Pagina 439
Selecteer Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden (A network printer, or a printer attached to another computer) en klik op Volgende (Next). Klik in het venster Een printer opgeven (Specify a Printer) op Volgende (Next) en zoek naar het afdrukserversysteem.
Beperkingen bij het delen van printers Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS- afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Bij het gebruik van een printer in een netwerk gelden bepaalde beperkingen. Lees de beperkingen voor de omgeving waarin u werkt.
Pagina 441
(Enable bidirectional support) is ingeschakeld op het afdrukserversysteem en het clientsysteem. • Als u afdrukt vanaf een clientsysteem, kunt u Canon IJ-afdrukvoorbeeld niet gebruiken. • Als de functies op het tabblad Onderhoud (Maintenance) niet goed kunnen worden ingesteld vanaf een clientsysteem, zijn deze functies mogelijk niet voor selectie beschikbaar.
Kopieën maken Plaats het origineel op de glasplaat als u wilt kopiëren. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats normaal papier van A4- of Letter-formaat. Plaats het origineel op de glasplaat. Opmerking • In de achterste lade kunt u papier plaatsen met het formaat A4 of Letter. Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter 4.
Pagina 444
Letter, Legal Opmerking • Druk op de knop Stoppen (Stop) om het kopiëren te annuleren. • De afdrukkwaliteit instellen op 'Klad' (snelheid heeft prioriteit) U kunt de afdrukkwaliteit instellen op 'Klad' (snelheid heeft prioriteit) door de volgende stappen uit te voeren.
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter In de achterste lade kunt u papier plaatsen met het formaat A4 of Letter. Deze instelling is handig als u gewoonlijk papier van Letter-formaat in de achterste lade plaatst. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2.
Scannen Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met een toepassing die u gebruikt (ScanGear) Handige informatie over scannen Andere scanmethoden Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met een toepassing die u gebruikt (ScanGear) Handige informatie over scannen Andere scanmethoden Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
Scannen met IJ Scan Utility Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility starten Eenvoudig scannen met Automatische scan Basis Foto's scannen Documenten scannen Scannen met voorkeursinstellingen Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) Meerdere items tegelijk scannen Opslaan na controle van de scanresultaten Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR)
Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze foto's, documenten, enzovoort kunt scannen. U kunt in één handeling scannen en opslaan door op het bijbehorende pictogram in het hoofdscherm van IJ Scan Utility te klikken. De mogelijkheden van IJ Scan Utility Eenvoudig scannen al naar gelang de doeleinden U kunt scannen door eenvoudig op een symbool te klikken zoals Auto om eenvoudig te...
Pagina 450
Integreren met toepassingen U kunt onder andere gescande afbeeldingen gebruiken door middel van integratie met andere toepassingen, u kunt gescande afbeeldingen in uw voorkeurstoepassing weergeven, ze aan e-mails toevoegen en tekst uit afbeeldingen extraheren. Belangrijk Sommige functies zijn alleen beschikbaar wanneer My Image Garden is geïnstalleerd. Opmerking Raadpleeg 'Dialoogvenster...
Zoeken (Search) en zoekt u vervolgens naar 'IJ Scan Utility'. Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle Programma's (All Programs) > Canon Utilities > IJ Scan Utility > IJ Scan Utility om IJ Scan Utility te starten.
Eenvoudig scannen met Automatische scan U kunt eenvoudig scannen door automatisch het itemtype te detecteren. Belangrijk De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) en voert u de scan opnieuw uit.
Pagina 453
dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) kunt u ook geavanceerde scaninstellingen opgeven. Raadpleeg de volgende pagina's als u wilt scannen door het type item op te geven. Foto's scannen Documenten scannen Scannen met voorkeursinstellingen...
Foto's scannen U kunt via dit scherm foto's die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor foto's. Plaats de foto op de plaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. Klik op Instellingen (Settings...), selecteer het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan))
Documenten scannen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor documenten. Plaats het item op de glasplaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. Klik op Instellingen (Settings...), selecteer het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan))
Scannen met voorkeursinstellingen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met uw voorkeursinstellingen die u eerder hebt opgeslagen. Dit is een gemakkelijke manier om veelgebruikte instellingen op te slaan of scaninstellingen in detail op te geven. IJ Scan Utility starten.
Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen. Items scannen die maximaal ongeveer twee keer zo groot zijn dan de glasplaat worden ondersteund.
Pagina 458
Zorg dat Links beginnen met scannen (Scan from Left) is geselecteerd in Richting selecteren (Scan Direction). Plaats het item dat aan de linkerkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Klik op Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1).
Pagina 459
Het eerste item wordt gescand en verschijnt in 1. Opmerking Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. Plaats het item dat aan de rechterkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Klik op Start het scannen van afbeelding 2 (Start Scanning Image 2).
Pagina 460
Het tweede item wordt gescand en verschijnt in 2. Opmerking Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. Pas de gescande afbeeldingen desgewenst aan. Gebruik de taakbalk om te draaien of in/uit te zoomen, of sleep de afbeeldingen om hun posities aan te passen.
Pagina 461
De gecombineerde afbeelding wordt opgeslagen. Opmerking Raadpleeg 'Venster Afbeelding samenvoegen' voor meer informatie over het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). U kunt geavanceerde instellingen opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) dat wordt weergegeven door te klikken op Instellingen (Settings...).
Meerdere items tegelijk scannen U kunt twee of meer foto's (kleine items) die op de glasplaat zijn geplaatst tegelijk scannen en elke afbeelding apart opslaan. Belangrijk De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) en voert u de scan opnieuw uit.
Pagina 463
Het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven. Klik op Aangepast scannen (Custom Scan). Kies bij Bron selecteren (Select Source) het type items dat u wilt scannen.
Pagina 464
Selecteer Automatisch scannen (Auto scan) bij Papierformaat (Paper Size) en klik vervolgens op OK. Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen)
Pagina 465
Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Klik op Aangepast (Custom). Er worden meerdere items tegelijk gescand. Opmerking Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. Gescande afbeeldingen worden opgeslagen in de map die is ingesteld voor Opslaan in (Save in) in het bijbehorende dialoogvenster Instellingen dat wordt getoond door te klikken op Instellingen (Settings...).
Opslaan na controle van de scanresultaten U kunt de scanresultaten controleren en de afbeeldingen vervolgens op een computer opslaan. Belangrijk U kunt de scanresultaten niet vóór het opslaan controleren wanneer u hebt gescand via Auto. Opmerking De vensters voor het scannen van foto's worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt.
Pagina 467
Schakel het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in en klik op OK. Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen)
Pagina 468
Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Klik op Foto (Photo). Het scannen begint. Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) geopend. Opmerking Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. Wijzig de gewenste volgorde van de afbeeldingen of de opties voor het opslaan van bestanden.
Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden U kunt gescande afbeeldingen via e-mail verzenden. Opmerking De vensters voor het scannen van foto's worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt. IJ Scan Utility starten. Klik op Instellingen (Settings...). dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven. Klik op Foto scannen (Photo Scan).
Selecteer Toevoegen aan e-mail (Attach to e-mail) bij Instellingen voor de toepassing (Application Settings) en selecteer een e- mailclient. Opmerking U kunt e-mailclients voor bijlagen toevoegen in het keuzemenu. Als Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) is geselecteerd, moet u gescande en opgeslagen afbeeldingen handmatig toevoegen aan een e- mail.
Pagina 471
Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Klik op Foto (Photo).
Pagina 472
De gescande afbeeldingen worden opgeslagen volgens de instellingen in het dialoogvenster Instellingen. Als het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in het dialoogvenster Instellingen is geselecteerd, wordt het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weergegeven. Nadat u de opties voor opslaan hebt ingesteld en op OK klikt worden de gescande afbeeldingen opgeslagen en automatisch aan een nieuw bericht van de opgegeven e-mailclient toegevoegd.
Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR) U kunt tekst in gescande tijdschriften en kranten extraheren en weergeven in Kladblok (geleverd bij Windows). Opmerking U kunt tekst extraheren tijdens het scannen via Document, Aangepast (Custom) of ScanGear. De vensters voor het scannen van documenten worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt.
Pagina 474
Opmerking Bij Resolutie (Resolution) kan alleen 300 dpi of 400 dpi worden ingesteld wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd bij Instellingen voor de toepassing (Application Settings). Selecteer OCR starten (Start OCR) voor Instellingen voor de toepassing (Application Settings) en selecteer vervolgens de toepassing waarin u het resultaat wilt weergeven.
Pagina 475
Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Klik op Document. Het scannen begint. Als het scannen is voltooid worden de gescande afbeeldingen opgeslagen volgens de instellingen en verschijnt de geëxtraheerde tekst in de opgegeven toepassing.
Pagina 476
Documenten die tekst bevatten met een tekengrootte kleiner dan 8 of groter dan 40 punten (op 300 dpi) Scheve documenten Documenten die omgekeerd zijn geplaatst of documenten met een onjuiste afdrukstand (gedraaide tekens) Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst Documenten met een smalle regelafstand Documenten met kleuren op de achtergrond van tekst...
Zoeken (Search) en zoekt u vervolgens naar 'IJ Scan Utility'. Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle Programma's (All Programs) > Canon Utilities > IJ Scan Utility > IJ Scan Utility om IJ Scan Utility te starten.
Pagina 479
Scant items met uw voorkeursinstellingen en slaat de afbeeldingen op een computer op. Het type item kan automatisch worden gedetecteerd. Instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunnen worden opgegeven in het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)). •...
Dialoogvenster Instellingen In het dialoogvenster Instellingen bevinden zich twee tabbladen: (Scannen vanaf een computer) en (Algemene instellingen). Als u op een tabblad klikt verandert de weergave in het rode kader en kunt u geavanceerde instellingen voor de functies op elk tabblad opgeven.
Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Klik op Automatisch scannen (Auto Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om te scannen via automatische dectectie van het type item.
(Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) en klikt u op Foto (Photo), Document of Aangepast (Custom) in het hoofdscherm van IJ Scan Utility. U kunt niet correct scannen met Auto. Foto's op A4-formaat Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 x 178 mm) (5 x 7 inch), zoals pagina's van een pocket waarvan de rug is afgesneden Items die zijn afgedrukt op dun wit papier Lange, smalle items, zoals panoramafoto's...
Automatisch (Auto) is geselecteerd. De volgende gegevensindelingen worden bij het opslaan automatisch toegepast volgens het type item. - Foto's, ansichtkaarten, BD's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG - Tijdschriften, kranten en documenten: PDF Belangrijk De opslagindeling kan afwijken afhankelijk van hoe u het item hebt geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Opmerking U kunt de gegevensindeling wijzigen via Instellingen...
Pagina 484
Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. • Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Klik op Foto scannen (Photo Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items als foto's te scannen.
Pagina 486
Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. • Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen. Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK.
Pagina 487
Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. U kunt JPEG/Exif, TIFF of PNG selecteren. Belangrijk U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White). • Instellingen (Settings...) Klik om het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer te geven.
Pagina 488
• Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. •...
Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Klik op Document scannen (Document Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items als documenten te scannen. (1) Gebied Scanopties (2) Gebied Instellingen opslaan (3) Gebied Instellingen voor de toepassing...
Pagina 490
Tijdschriften scannen: Tijdschrift (Magazine) • Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. • Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen. Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven.
Pagina 491
Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren. Belangrijk De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. Opmerking Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt.
Pagina 492
Belangrijk De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd. Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben Documenten met zowel verticale als horizontale tekst Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype Documenten met weinig tekst Documenten met illustraties/afbeeldingen...
Pagina 493
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001". • Gegevensindeling (Data Format) Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.
Pagina 494
Belangrijk Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. (3) Gebied Instellingen voor de toepassing • Met een toepassing openen (Open with an application) Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen wilt verbeteren of corrigeren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven.
Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Klik op Aangepast scannen (Custom Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om volgens uw voorkeuren te scannen. (1) Gebied Scanopties (2) Gebied Instellingen opslaan (3) Gebied Instellingen voor de toepassing...
Pagina 496
Kleurenmodus (Color Mode), Papierformaat (Paper Size) en Resolutie (Resolution) worden ook automatisch ingesteld. Belangrijk Door Automatisch (Auto) ondersteunde typen items zijn foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, documenten en BD's/dvd's/cd's. Geef het type item of de grootte op om de volgende typen items te scannen. U kunt niet correct scannen met Auto.
Pagina 497
Opmerking Alleen Automatisch (Auto) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto). Klik op Standaard (Defaults) in het scherm waarin u het papierformaat kunt opgeven om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen. • Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen.
Pagina 498
Belangrijk Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) staat ingesteld op Zwart-wit (Black and White) is Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) niet beschikbaar. • Contouren scherper maken (Sharpen outline) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Tijdschrift (Magazine) of Document Opmerking...
Pagina 499
Opmerking Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt. • Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand. Opmerking Gebruik in ScanGear (scannerstuurprogramma) het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) om schaduwen van rugmarges te corrigeren wanneer u items met een niet-standaardgrootte of specifieke gebieden scant.
Pagina 500
Belangrijk Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund. De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
Pagina 501
Opmerking Automatisch (Auto) wordt alleen weergegeven als Automatisch (Auto) is geselecteerd bij Bron selecteren (Select Source). • Instellingen (Settings...) dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Klik om het Settings) weer te geven. Hierin kunt u de kwaliteit instellen van de afbeeldingen die u wilt opslaan, zoeken op trefwoorden in PDF-bestanden en het compressietype ervan instellen en de gegevensindeling bepalen waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatisch scannen.
Pagina 502
Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. • Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Klik op Scannen en samenvoegen (Scan and Stitch) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items te scannen die groter zijn dan de plaat.
Pagina 504
Tijdschriften scannen: Tijdschrift (Magazine) Opmerking Voor het reduceren van moiré stelt u Bron selecteren (Select Source) in op Tijdschrift (Magazine). • Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. • Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.
Pagina 505
Opmerking Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt. (2) Gebied Instellingen opslaan • Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
Pagina 506
• Scanresultaten controleren (Check scan results) Hiermee wordt na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weergegeven. Belangrijk Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. (3) Gebied Instellingen voor de toepassing •...
Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Klik op ScanGear op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (ScanGear) (Settings (ScanGear)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (ScanGear) (Settings (ScanGear)) kunt u instellen hoe afbeeldingen moeten worden opgeslagen wanneer items worden gescand door ScanGear (scannerstuurprogramma) te starten en hoe er na het opslaan moet worden gereageerd.
Pagina 508
U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) selecteren. Opmerking Als PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) is geselecteerd kunnen afbeeldingen tot maximaal 9600 x 9600 pixels worden gescand. Wanneer het selectievakje Scannen van grote afbeeldingen inschakelen (Enable large image scans) is geselecteerd in Instellingen opslaan (Save Settings) of wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd in Instellingen voor de toepassing (Application Settings), kunt u JPEG/Exif, TIFF of PNG...
Pagina 509
Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. Opmerking Als dit selectievakje niet is geselecteerd kunnen afbeeldingen tot maximaal 10208 x 14032 pixels worden gescand. • Scanresultaten controleren (Check scan results) Hiermee wordt na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weergegeven.
Pagina 510
Opmerking Geef de toepassing of map op in het getoonde dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) of Doelmap selecteren (Select Destination Folder) door Toevoegen... (Add...) te kiezen in het keuzemenu. • Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. • Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) Klik op het tabblad (Algemene instellingen) om het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) weer te geven. U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen instellen in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)).
Pagina 512
• Documenttaal (Document Language) Selecteer de taal voor het detecteren van tekst in afbeeldingen. • Map voor de opslag van tijdelijke bestanden (Folder to Save Temporary Files) Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen. Klik op Bladeren... (Browse...) om de doelmap op te geven. •...
Dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling Geef het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer op een van de volgende manieren. • Klik op Instellingen... (Settings...) van Instellingen opslaan (Save Settings) op elk tabblad van het dialoogvenster Instellingen • Klik op Instellingen... (Settings...) van Instellingen opslaan (Save Settings) in het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) dat na het scannen verschijnt als het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in het dialoogvenster Instellingen is ingeschakeld...
Pagina 514
Deze instelling wordt aanbevolen. • Hoog (High) Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd tijdens het opslaan, waardoor u de netwerk-/serverbelasting kunt verminderen. Opmerking Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) in het dialoogvenster Instellingen, worden PDF-bestanden opgeslagen in het compressietype Standaard (Standard), zelfs als Hoog (High) is ingesteld.
Dialoogvenster Instellingen opslaan Selecteer het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in Instellingen opslaan (Save Settings) van het dialoogvenster Instellingen om na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weer te geven. U kunt de gegevensindeling en de bestemming opgeven terwijl u de miniaturen van scanresultaten weergeeft.
Belangrijk De bewerkingsknoppen voor Voorbeeld worden niet weergegeven als het selectievakje Scannen van grote afbeeldingen inschakelen (Enable large image scans) is ingeschakeld in het dialoogvenster Instellingen (ScanGear) (Settings (ScanGear)). (2) Gebied Scanresultaten Hier worden de miniaturen van de gescande afbeeldingen weergegeven. U kunt de opslagvolgorde van afbeeldingen wijzigen door ze te verslepen.
Pagina 517
wilt opslaan, zoeken op trefwoorden in PDF-bestanden en het compressietype ervan instellen en de gegevensindeling bepalen waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatisch scannen. • Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.
Venster Afbeelding samenvoegen Klik op Samenvoegen (Stitch) in het hoofdscherm van IJ Scan Utility om het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) weer te geven. U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen.
Pagina 519
• 11 x 17 (Letter x 2) Scant de linker- en rechterhelft van een item dat twee keer zo groot is dan Letter- formaat apart. • Volledige plaat x 2 (Full Platen x 2) Scant de linker- en rechterhelft van een item dat twee keer zo groot is dan de plaat apart.
Pagina 520
• Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames) U kunt het scangebied aanpassen in het voorbeeld. Wanneer geen gebied is geselecteerd wordt de afbeelding met het formaat dat is geselecteerd in Uitvoerformaat selecteren (Select Output Size) opgeslagen. Als er een gebied is opgegeven, wordt alleen de afbeelding in het bijsnijdkader gescand en opgeslagen.
Pagina 521
Door met de rechtermuisknop te klikken in het Voorbeeldgebied wordt de getoonde afbeelding verkleind. • (Linksom roteren) De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid. (Verticaal omkeren) • De afbeelding wordt 180 graden gedraaid. • (Rechtsom roteren) De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid. •...
Pagina 522
• Na het scannen van het eerste item door te klikken op Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1) De afbeelding wordt gescand in de richting die is opgegeven in Richting selecteren (Scan Direction), en 2 verschijnt ernaast. •...
Scannen met een toepassing die u gebruikt (ScanGear) • Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? • Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) • ScanGear (scannerstuurprogramma) starten • Scannen in de Basismodus • Scannen in de Geavanceerde modus • Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus •...
Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? ScanGear (scannerstuurprogramma) is software die nodig is voor het scannen van documenten. U kunt hiermee het uitvoerformaat opgeven en afbeeldingen corrigeren wanneer u documenten scant. ScanGear kan worden gestart vanuit IJ Scan Utility of toepassingen die compatibel zijn met de standaardinterface TWAIN.
Pagina 525
Geavanceerde modus Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen.
Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) • ScanGear (scannerstuurprogramma) starten • Scannen in de Basismodus • Scannen in de Geavanceerde modus • Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus • Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Met ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen aanbrengen. ScanGear kan worden gestart vanuit IJ Scan Utility of andere toepassingen. Opmerking • Installeer de netwerkomgeving als u meer dan één scanner of een netwerkscanner hebt, en de verbinding van een USB-verbinding in een netwerkverbinding hebt veranderd.
Scannen in de Basismodus Via het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van de weergegeven stappen. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)' voor informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk op de glasplaat. Bij het scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) worden de documenten gescand zonder eerst een voorbeeld weer te geven.
Pagina 529
Belangrijk • Het doorlopend scannen vanuit de ADF wordt niet door alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Opmerking • Wanneer u tijdschriften scant die veel kleurenfoto's bevatten, selecteert u Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color)). 3. Klik op Voorbeeld (Preview). Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het voorbeeldgebied.
Pagina 530
Opmerking • De kleuren worden aangepast aan het documenttype dat bij Bron selecteren (Select Source) is geselecteerd. 4. Selecteer Doel (Destination). Opmerking • Ga verder met stap 7 als er onder Bron selecteren (Select Source) een ADF-type is geselecteerd. 5. Stel Uitvoerformaat (Output Size) in, afhankelijk van het doel. De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination) hebt geselecteerd.
Scannen in de Geavanceerde modus Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)' voor informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus' als u meerdere documenten wilt scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
Pagina 532
3. Stel Instellingen voor invoer (Input Settings) in, afhankelijk van het document of het doel. 4. Klik op Voorbeeld (Preview). Er worden voorbeelden van de afbeeldingen in het voorbeeldgebied weergegeven. 5. Stel de Instellingen voor uitvoer (Output Settings) 6. Stel het bijsnijdkader (scangebied) in en breng desgewenst afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen aan.
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma) U kunt twee of meer foto's (kleine documenten) op de glasplaat tegelijk scannen via het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode). In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u meerdere documenten kunt scannen vanaf het tabblad Basismodus (Basic Mode).
Pagina 534
3. Klik op Voorbeeld (Preview). In het voorbeeldgebied worden miniaturen van de voorbeeldafbeeldingen weergegeven. Bijsnijdkaders worden automatisch aangegeven op basis van het documentformaat. 4. Selecteer Doel (Destination). 5. Stel Uitvoerformaat (Output Size) in, afhankelijk van het doel. 6. Pas desgewenst de bijsnijdkaders aan en stel Afbeeldingscorrecties (Image corrections) Opmerking •...
Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave 7. Selecteer de afbeeldingen die u wilt scannen. Schakel de selectievakjes in voor de afbeeldingen die u wilt scannen. 8. Klik op Scannen (Scan). Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave Volg deze stappen als miniaturen niet correct worden weergegeven in de voorbeeldweergave of als u meerdere documenten als één afbeelding wilt scannen.
Pagina 536
Verhouding omkeren (Invert aspect ratio) is beschikbaar wanneer een andere optie dan Aanpasbaar (Flexible) is geselecteerd bij Uitvoerformaat (Output Size). Klik op deze knop om het bijsnijdkader te draaien. Klik nogmaals op de knop om de oorspronkelijke richting weer te herstellen. 4.
Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren, Correctie van vervaging, enzovoort) Met de functies van Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen van afbeeldingen de contouren van het onderwerp verscherpen, stof en krassen verminderen en vervaagde kleuren corrigeren.
Pagina 539
Geen (None) Automatisch (Auto) Doorschijneffecten reduceren in tekstdocumenten of de basiskleur lichter maken voor bijvoorbeeld gerecycled papier en kranten bij het scannen van documenten Stel Doorschijnendheid beperken (Reduce Show-through) in op AAN (ON). UIT (OFF) AAN (ON) Afbeeldingen verscherpen die niet helemaal scherp zijn Stel Beeld verscherpen (Unsharp Mask) in op AAN (ON).
Opmerking • Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u dit effect kunt verkleinen.
Pagina 541
Schaduwen tussen pagina's corrigeren die zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand Stel Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of Hoog (High), afhankelijk van de grootte van de schaduwen. Geen (None) Middel (Medium)
Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon Met de functie Kleurenpatroon op het tabblad Basismodus (Basic Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u voorbeelden van kleurwijzigingen bekijken en natuurlijke kleuren reproduceren. Kleuraanpassing Hiermee kunt u kleuren corrigeren die in de loop der tijd of als gevolg van overkleuring zijn vervaagd. Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Pagina 543
Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en de kleuren zo aanpassen dat dit gedeelte wit wordt. Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het midden. De kleuren van het voorbeeld veranderen met uw aanpassingen mee.
Verzadiging en kleurbalans aanpassen U kunt kleuren die in de loop van de tijd zijn vervaagd of verkleurd verbeteren met behulp van (Verzadiging/kleurbalans) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Verzadiging De verzadiging (levendigheid) van de afbeelding aanpassen.
Kleurbalans Afbeeldingen met overkleuring aanpassen. Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren. Sleep (schuifknop) onder Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de bijbehorende kleur te benadrukken. Cyaan en rood Magenta en groen Geel en blauw...
Helderheid en contrast aanpassen U kunt afbeeldingen die te donker of te licht zijn of die te vlak zijn door een gebrek aan contrast, verbeteren met behulp van (Helderheid/contrast) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking •...
Opmerking • Alleen Grijswaarden (Grayscale) wordt weergegeven bij Kanaal (Channel) als de Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Grijswaarden (Grayscale). Helderheid Pas de helderheid van de afbeelding aan. Sleep (schuifknop) onder Helderheid (Brightness) naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om deze lichter te maken.
Pagina 548
Opmerking • Door het contrast te verhogen, geeft u zachte afbeeldingen een meer driedimensionale uitstraling. Als u het contrast echter te veel verhoogt, kan dit ten koste gaan van lichte gebieden en schaduwgebieden.
Histogram aanpassen U kunt de kleurtoon van een afbeelding via (Histogram) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma) aanpassen met behulp van een grafiek (histogram) waarin de verdeling van de helderheid wordt aangegeven. Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Kanaal Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen (gradaties).
(1) Helder gebied (2) Donker gebied (3) Hele afbeelding In het lichte gebied zijn meer In het schaduwgebied zijn meer De gegevens zijn gelijk verdeeld tussen gegevens verdeeld. gegevens verdeeld. het lichte gebied en het schaduwgebied. Histogrammen aanpassen (met de schuifknop) Selecteer een Kanaal (Channel) en versleep (schuifknop voor zwartpunt) of (schuifknop voor...
Afbeeldingen waarin de gegevens gelijk zijn verdeeld Sleep de schuifknop zwartpunt naar het lichte gebied en de schuifknop witpunt naar het schaduwgebied. De schuifknop voor middenpunt verslepen Versleep de schuifknop voor middenpunt om het niveau op te geven dat moet worden ingesteld als het midden van het tintbereik.
Pagina 552
• Het punt waarop u klikt met (pipet voor zwartpunt) wordt het donkerste punt. U kunt ook een waarde invoeren (0 tot 245). • Het punt waarop u klikt met (pipet voor middenpunt) wordt het midden van het toonbereik. U kunt ook een waarde invoeren (5 tot 250).
Tintcurve aanpassen U kunt de helderheid van een afbeelding aanpassen door via (Tintcurve-instellingen) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma) het type grafiek (tintcurve) te selecteren dat de balans van de tooninvoer en -uitvoer aangeeft. Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Kanaal Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen (gradaties).
Pagina 554
Tintcurve aanpassen Selecteer in Tintcurve selecteren (Select Tone Curve) een tintcurve in Geen correctie (No correction), Overbelichting (Overexposure), Onderbelichting (Underexposure), Veel contrast (High contrast), Negatief/positief beeld omdraaien (Reverse the negative/positive image) en Aangepaste curve bewerken (Edit custom curve). Geen correctie (No correction) (geen aanpassing) Overbelichting (Overexposure) (bolle curve) De middentoongegevens van de invoerzijde worden naar het lichte gebied van de uitvoerzijde uitgerekt.
Pagina 555
Aangepaste curve bewerken (Edit custom curve) U kunt bepaalde punten op de tintcurve slepen, zodat u de helderheid van de bijbehorende gebieden naar wens kunt aanpassen.
Drempel instellen U kunt de tekst in een document scherper maken en voorkomen dat tekst op de achterzijde van het papier doorschijnt door de drempel aan te passen via (Drempel) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking •...
Tabblad Basismodus In deze modus kunt u eenvoudig scannen door de instructies op het scherm te volgen. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Basismodus (Basic Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
Pagina 559
Document (grijstinten) ADF dubbelzijdig (Document (Grayscale) ADF Duplex) (alleen voor modellen die dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunen) Beide zijden van documenten in zwart-wit scannen vanuit de ADF. Belangrijk • Het doorlopend scannen vanuit de ADF wordt niet door alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie.
Pagina 560
Uitvoerformaat (Output Size) Selecteer een uitvoerformaat. De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination) hebt geselecteerd. Aanpasbaar (Flexible) Hiermee kunt u de bijsnijdkaders (scangebieden) naar wens aanpassen. In de miniaturenweergave: Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.
Pagina 561
(Output Size List). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan. Verwijderen: Selecteer het uitvoerformaat dat u wilt verwijderen in Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) en klik vervolgens op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan.
Pagina 562
Belangrijk • Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld. • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. • De correctie heeft mogelijk niet correct toegepast als het scangebied te klein is. Vervaging corrigeren (Correct fading) Vervaagde foto's of foto's met een overkleuring corrigeren en scannen.
Pagina 563
In de volledige afbeeldingsweergave: (Miniatuur) / (Hele afbeelding) Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied. (3) Voorbeeldgebied (Linksom roteren) De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid. • Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding. • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld.
Pagina 564
(Informatie) Hier worden de versie van ScanGear en de huidige scaninstellingen (zoals documenttype) weergegeven. (Handleiding openen) Opent deze pagina. (3) Voorbeeldgebied Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U kunt ook de resultaten controleren van de instellingen (afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en dergelijke) die zijn geconfigureerd in '(1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen'.
Pagina 565
Opmerking • U kunt het bijsnijdkader opgeven in de weergegeven afbeelding. U kunt in de miniaturenweergave maar één bijsnijdkader per afbeelding maken. In de volledige afbeeldingsweergave kunt u meerdere bijsnijdkaders maken. Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Verwant onderwerp Scannen in de Basismodus...
Tabblad Geavanceerde modus In deze modus kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven, zoals de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid van de afbeelding en kleurtint. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
Pagina 567
Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List). Wanneer u op Opslaan (Save) klikt, wordt het item weergegeven in de lijst Voorkeursinstellingen (Favorite Settings) en kan het worden geselecteerd, samen met de vooraf gedefinieerde items. Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het item in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List) en klikt u op Verwijderen (Delete).
Pagina 568
In de volledige afbeeldingsweergave: Hiermee scant u de afbeelding in het gebied dat is opgegeven met een bijsnijdkader opnieuw met een sterkere vergroting. Opmerking • Met In-/uitzoomen (Zoom) wordt het document opnieuw gescand en wordt er in het voorbeeld een afbeelding met een hoge resolutie weergegeven. •...
Pagina 569
Sluiten (Close) Hiermee sluit u ScanGear (scannerstuurprogramma). (2) Werkbalk U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de werkbalk, verschillen per weergave. In de miniaturenweergave: In de volledige afbeeldingsweergave: (Miniatuur) / (Hele afbeelding) Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied. (3) Voorbeeldgebied (Wissen) Hiermee kunt u de voorbeeldafbeelding uit het voorbeeldgebied verwijderen.
Pagina 570
(Automatisch bijsnijden) Het bijsnijdkader weergeven en automatisch aanpassen aan de grootte van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldgebied. Het scangebied wordt verkleind telkens wanneer u op deze knop klikt als er in het bijsnijdkader bijsnijdgebieden zijn. (Alle kaders selecteren) Beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Pagina 571
Opmerking • Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende selectiestatussen met verschillende randen aangeduid. • Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast. • Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het kader met focus en het geselecteerde kader.
Pagina 572
Verwant onderwerp Scannen in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus...
Instellingen voor invoer Bij Instellingen voor invoer (Input Settings) kunt u de volgende opties instellen: Bron selecteren (Select Source) Het type document dat wordt gescand wordt weergegeven. Als u wilt scannen vanaf de glasplaat, selecteert u Plaat (Platen). Als u wilt scannen vanuit de ADF (Auto Document Feeder), selecteert u Document (ADF enkelzijdig) (Document (ADF Simplex)) of Document (ADF dubbelzijdig) (Document (ADF Duplex)).
Pagina 574
Opmerking • Als u niet zeker weet welk formaat u moet selecteren bij Papierformaat (Paper Size), stelt u het Papierformaat (Paper Size) in op Volledige plaat (Full Platen), meet u het formaat van het document en geeft u de waarden op bij (Breedte) en (Hoogte).
Pagina 575
In de volledige afbeeldingsweergave wordt Papierformaat (Paper Size) weergegeven voordat u een voorbeeld hebt bekeken, en wordt het formaat van het bijsnijdkader (scangebied) weergegeven nadat u een voorbeeld hebt bekeken. U kunt het formaat van het bijsnijdkader aanpassen door waarden op te geven bij (Breedte) en (Hoogte).
Instellingen voor uitvoer Bij Instellingen voor uitvoer (Output Settings) kunt u de volgende opties instellen: Uitvoerresolutie (Output Resolution) Selecteer de resolutie waarmee u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Selecteer een van de weergegeven opties voor de resolutie door op de knop te klikken, of typ een waarde (in stappen van 1 dpi).
Pagina 577
In de volledige afbeeldingsweergave: Wanneer er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het hele voorbeeldgebied gescand. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand. Opmerking • Als u de gescande afbeelding wilt vergroten/verkleinen, voert u waarden in bij (Breedte) (Hoogte) bij Instellingen voor uitvoer (Output Settings) of geeft u een waarde in stappen van 1% op bij %.
Pagina 578
Belangrijk • Vooraf gedefinieerde uitvoerformaten, zoals A4 en 1024 x 768 pixels, kunnen niet worden verwijderd. Opmerking • U kunt maximaal 10 items opslaan voor elk doel. • Er verschijnt een foutmelding als u een waarde buiten het instellingenbereik opgeeft. Voer een waarde in binnen het bereik dat in het bericht wordt vermeld.
Instellingen voor afbeeldingen Belangrijk • Gebruik deze functies niet voor afbeeldingen zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren. De kleurtint kan dan nadelig beïnvloed worden. • Resultaten van afbeeldingscorrecties worden mogelijk niet weergegeven in de voorbeeldafbeelding. Opmerking • Welke instellingen u kunt selecteren, is afhankelijk van de instellingen voor Kleurenmodus (Color Mode).
Pagina 580
Belangrijk • U kunt Beeldaanpassing (Image Adjustment) instellen nadat u het voorbeeld hebt bekeken. • U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). Opmerking • Als de afbeelding niet correct wordt aangepast met Automatisch (Auto), moet u het documenttype opgeven.
Pagina 581
Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches) Een gescande foto kan witte puntjes bevatten. Dit wordt veroorzaakt door stof of krassen. Gebruik deze functie om dergelijke ruis te reduceren. Geen (None) Stof en krassen worden niet gereduceerd. Laag (Low) Selecteer deze optie om kleine stofdeeltjes en krasjes te verminderen.
Pagina 582
Laag (Low) Selecteer deze instelling wanneer de foto iets korrelig is. Middel (Medium) Deze instelling wordt aanbevolen. Hoog (High) Selecteer deze instelling als de foto zeer korrelig is. Dit kan van invloed zijn op de gradatie en de scherpte van de afbeelding. Belangrijk •...
Pagina 583
• Druk bij het scannen net zo hard op de rug als bij de voorbeeldscan. Als het boek niet gelijkmatig is gebonden, wordt de schaduw niet goed gecorrigeerd. • Hoe u het document moet plaatsen, is afhankelijk van het model en het document dat u wilt scannen.
Knoppen voor kleuraanpassing Met de knoppen voor kleuraanpassing kunt u fijne correcties aanbrengen in de helderheid en kleurtonen van de afbeelding, waaronder aanpassingen in de algehele helderheid of het contrast van de afbeelding en wijzigingen in de waarden voor lichte en schaduwgebieden (histogram) of de balans (tintcurve). Belangrijk •...
Pagina 585
(Histogram) In een histogram kunt u de gegevensconcentratie zien op elk helderheidsniveau van een afbeelding. U kunt de helderste niveaus (hoge lichten) en de donkerste niveaus (schaduwen) in een afbeelding opgeven, de niveaus verlagen en het midden van het toonbereik van een afbeelding uitbreiden. Histogram aanpassen (Tintcurve-instellingen) De helderheid van een afbeelding aanpassen door het type grafiek (tintcurve) te selecteren die de...
Pagina 586
dialoogvenster Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Tone Curve Settings) geopend. Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White), wordt het dialoogvenster Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Threshold Settings) geopend. Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of Lijst met drempelinstellingen (Threshold Settings List).
Dialoogvenster Voorkeuren In het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u geavanceerde instellingen voor de functies van ScanGear (scannerstuurprogramma) opgeven via de tabbladen Scanner, Voorbeeld (Preview), Scannen (Scan) en Kleurinstellingen (Color Settings). Klik op Voorkeuren... (Preferences...) in het scherm van ScanGear om het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) te openen.
Tabblad Scanner Op het tabblad Scanner kunt u de volgende instellingen opgeven. Belangrijk • De beschikbare functies en instellingen hangen af van uw scanner of printer. Instellingen voor automatisch in-/uitschakelen (Auto Power Settings) U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt in- of uitgeschakeld. Klik op Instellingen...
Pagina 589
Belangrijk • Wanneer u een netwerkscanner gebruikt door verbinding te maken met een netwerk, wordt het apparaat niet automatisch uitgeschakeld, ook al is Automatisch uitschakelen (Auto Power Off) ingesteld. Stille instellingen (Quiet Settings) Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Gebruik deze functie als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts scant of afdrukt.
Pagina 590
Schakel het selectievakje Muziek afspelen tijdens scannen (Play Music During Scanning) of Geluidssignaal na voltooiing scan (Play Sound When Scanning is Completed) in, klik op Bladeren... (Browse...) en geef een geluidsbestand op. U kunt de volgende bestanden opgeven. • MIDI-bestand (*.mid, *.rmi, *.midi) •...
Tabblad Voorbeeld Op het tabblad Voorbeeld (Preview) kunt u de volgende instellingen opgeven. Voorbeeld bij starten van ScanGear (Preview at Start of ScanGear) Selecteer wat u wilt doen met Voorbeeld wanneer ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt gestart. Voorbeeld automatisch uitvoeren (Automatically Execute Preview) ScanGear begint automatisch met een voorbeeldweergave bij het opstarten.
Pagina 592
Uitsnijdformaat voor filmminiatuur (Cropping Size for Thumbnail View) Hiermee kunt u het uitsnijdformaat selecteren voor miniaturen van gescande documenten. Groter (Larger) Hiermee wordt 105% (in breedte en hoogte) weergegeven van het gedeelte dat voor het standaardformaat wordt weergegeven. Standaard (Standard) Het standaardformaat.
Tabblad Scannen Op het tabblad Scannen (Scan) kunt u de volgende instellingen opgeven. Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) Selecteer wat u wilt doen met ScanGear (scannerstuurprogramma) nadat afbeeldingen zijn gescand. ScanGear automatisch sluiten (Close ScanGear automatically) Selecteer deze optie wanneer u na het scannen wilt teruggaan naar de oorspronkelijke toepassing.
Tabblad Kleurinstellingen Op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) kunt u de volgende instellingen opgeven. Kleuraanpassing Selecteer een van de volgende opties. Aanbevolen (Recommended) Gebruik deze optie om een levendige reproductie van de tint van een document weer te geven op het scherm.
Pagina 595
Opmerking • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar wanneer u scant vanuit de ADF (automatische documentinvoer), afhankelijk van uw scanner of printer. • U kunt een instelling selecteren wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Kleur (Color) of Grijswaarden (Grayscale). •...
Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat of ADF (automatische documentinvoer) van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen.
Pagina 597
Belangrijk • Raadpleeg 'Originelen plaatsen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding voor meer informatie over de gedeelten waarbinnen items niet kunnen worden gescand. Belangrijk • Grote items (zoals foto's op A4-formaat) die alleen tegen de randen/pijl (positiemarkering) van de plaat kunnen worden geplaatst, worden mogelijk opgeslagen als PDF-bestanden.
Pagina 598
Documenten plaatsen (ADF (automatische documentinvoer)) Belangrijk • Laat geen dikke items op de plaat liggen tijdens het scannen vanuit de ADF. Dit kan leiden tot papierstoringen. • Als u twee of meer documenten wilt scannen, moet u documenten van hetzelfde formaat plaatsen en uitlijnen.
Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. Op het tabblad Basismodus (Basic Mode) en Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u bijsnijdkaders (scangebieden) opgeven voor de afbeelding(en) die in het voorbeeldgebied van het scherm wordt/worden weergegeven.
Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode) worden op alle geselecteerde bijsnijdkaders toegepast. (2) Dun bijsnijdkader In de miniaturenweergave: Uitvoerformaat, afbeeldingscorrecties en andere instellingen op het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode) worden toegepast. In de volledige afbeeldingsweergave: Dit geeft een niet geselecteerd bijsnijdkader weer.
In de volledige afbeeldingsweergave: Klik en sleep de muisaanwijzer buiten de grenzen van het bestaande bijsnijdkader om een nieuw bijsnijdkader in het voorbeeldgebied te maken. Het nieuwe bijsnijdkader wordt het actieve bijsnijdkader en het eerste bijsnijdkader wordt het niet-geselecteerde bijsnijdkader. U kunt meerdere bijsnijdkaders maken en op elk daarvan verschillende scaninstellingen toepassen.
Pagina 602
In de volledige afbeeldingsweergave: U verwijdert een bijsnijdkader door het kader te selecteren en te klikken op (Bijsnijdkader verwijderen) op de werkbalk. U kunt ook op de toets Delete drukken. Als er meerdere bijsnijdkaders zijn, worden alle geselecteerde bijsnijdkaders (actief bijsnijdkader geselecteerd bijsnijdkader) gelijktijdig verwijderd.
Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) ScanGear (scannerstuurprogramma) kent de volgende beperkingen. Denk hieraan wanneer u het programma gebruikt. Beperkingen van het scannerstuurprogramma • Als u het NTFS-bestandssysteem gebruikt, wordt de TWAIN-gegevensbron wellicht niet opgeroepen. Dit komt doordat de TWAIN-module niet naar de winnt-map kan worden geschreven vanwege beveiligingsredenen.
Pagina 604
• Wanneer u afbeeldingen ter grootte van de glasplaat scant naar Microsoft Office 2003 (Word, Excel, PowerPoint, enzovoort), klikt u op Aangepast (Custom Insert) in het scherm Afbeelding van scanner of camera invoegen< (Insert Picture from Scanner or Camera). Anders worden de afbeeldingen mogelijk niet goed gescand.
Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. In het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) kunt u een bijsnijdkader opgeven voor de afbeelding die in het voorbeeldgebied wordt weergegeven.
Pagina 607
Bijsnijdkaders verwijderen Om het bijsnijdkader te verwijderen deselecteert u het selectievakje Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames).
Resolutie De gegevens in de door u gescande afbeelding zijn een verzameling puntjes die informatie over helderheid en kleur bevatten. De dichtheid van deze puntjes wordt 'resolutie' genoemd. De resolutie bepaalt hoeveel details de afbeelding bevat. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal puntjes per inch (dpi). Dpi is het aantal puntjes per inch (2,5 cm). Hoe hoger de resolutie (waarde), des te gedetailleerder de afbeelding.
Tekstdocument Kopiëren Kleur, Grijswaarden of 300 dpi (document of tijdschrift) Zwart-wit Toevoegen aan e-mail Kleur, Grijswaarden of 150 dpi Zwart-wit Tekst scannen met OCR Kleur of grijswaarden 300 dpi Belangrijk Als u de resolutie verdubbelt, wordt het gegevensformaat van de gescande afbeelding viermaal zo groot.
Gegevensindelingen Bij het opslaan van gescande afbeeldingen kunt u een gegevensindeling kiezen. Geef de meest geschikte gegevensindeling op, in overeenstemming met het gebruik van de afbeelding in een bepaalde toepassing. De beschikbare gegevensindelingen zijn afhankelijk van de toepassing en het besturingssysteem (Windows of Mac OS).
Pagina 611
Deze indeling is geschikt voor diverse computers en besturingssystemen. Lettertypen kunnen ook worden ingebed, zodat mensen in verschillende omgevingen de bestanden kunnen uitwisselen zonder zich over de verschillen hoeven na te denken.
Kleurafstemming Kleurafstemming' is het aanbrengen van aanpassingen zodat de kleurtonen van het originele item, het monitorscherm en de kleurenafdruk met elkaar overeenkomen. Op uw scanner of printer worden de kleurtinten aangepast zoals hieronder wordt aangegeven. Voorbeeld: sRGB is geselecteerd als uitvoerprofiel (doel) Invoerprofiel (Bron) Scanner ScanGear (Scannerstuurprogramma)
Scannen met WIA-stuurprogramma U kunt een item scannen vanuit een toepassing die compatibel is met WIA (Windows Image Acquisition). WIA is een stuurprogrammamodel dat onderdeel is van Windows XP of hoger. Hiermee kunt u items scannen zonder een toepassing te gebruiken. De procedure varieert, afhankelijk van de toepassing.
Pagina 615
Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. • Bestandstype (File type) Selecteer een gegevensindeling uit JPEG, BMP, PNG en TIFF. • Resolutie (DPI) (Resolution (DPI)) Geef de resolutie op. Geef een waarde op tussen 50 en 600 dpi. Resolutie •...
Klik op Van scanner of camera (From scanner or camera) in het menu Bestand (File) van Paint. (Selecteer de opdracht om een item naar de toepassing te scannen.) Selecteer het afbeeldingstype dat overeenkomt met het item dat u wilt scannen. Kies uit Afbeelding in kleur (Color picture), Afbeelding in grijstinten (Grayscale picture), Afbeelding in zwart-wit of tekst (Black and white picture or text) en Aangepaste instellingen (Custom Settings).
Pagina 617
Klik op Voorbeeld (Preview) om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken. De afbeelding wordt aan de rechterkant weergegeven. Sleep om het scangebied op te geven. Klik op Scannen (Scan). Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de gescande afbeelding in de toepassing.
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel). Klik op Printers en andere hardware (Printers and Other Hardware) > Scanners en camera's (Scanners and Cameras) en dubbelklik op Canon XXX series (waarbij 'XXX' de modelnaam is). Het dialoogvenster Wizard Scanner en camera (Scanner and Camera Wizard) verschijnt.
Pagina 619
• Helderheid (Brightness) Pas de helderheid aan met de schuifknop. Sleep de schuifknop naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om de afbeelding lichter te maken. U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127). • Contrast Pas het contrast aan met de schuifknop.
Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand.
Pagina 621
Belangrijk Belangrijk Grote items (zoals foto's op A4-formaat) Raadpleeg 'Originelen plaatsen' voor die alleen tegen de randen/pijl uw model vanuit de startpagina van de (positiemarkering) van de plaat kunnen Online handleiding voor meer worden geplaatst, worden mogelijk informatie over de gedeelten opgeslagen als PDF-bestanden.