Bij de invoer van het oproepnum-
mer met behulp van de pijltjes-
toetsen (naar boven/beneden) het
eerste cijfer instellen.
Met de pijltjestoets (rechts) gaat u
naar de volgende invoegpositie
gaan en de volgende cijfers
ingeven.
Met de pijltjes toets (links) ver-
plaatst u de cursor één plaats terug,
om bijv. een karakter te
overschrijven.
Om een telefoonnummer over te
nemen uit het telefoonboek, dient u
de regeltoets naast het pictogram
"Invoegen" in te drukken.
Namen, kunt u opzoeken, bewerken
en selecteren zoals beschreven is
onder" Ingevoerde gegevens".
Voor het invoegen van een karakter,
dient u de toets Tweede functie en
vervolgens de pijltjestoets (naar
beneden) in te drukken.
Oproepdoorschakeling
75
In het display verschijnen de cijfers en
speciale karakters. Deze speciale
karakters betekenen:
~ = Wachten op kiestoon / 3 sec.
pauze
i
= Intern (voor telefooncentrales)
F = Flash (kort, voor telefooncentrales)
H = Hookflash (lang, voor
telefooncentrales)
De cursor gaat naar de invoegpositie.
De cursor verplaatst zich naar links.
Het telefoonnummer wordt ingevoegd.
Links naast het karakter wordt de cursor
ingevoegd en kunt u een karakter
invoegen.