Telefoonboek
Algemeen
Het telefoonboek beheert de namen en de telefoonnummers van uw gespreks-
partners en wordt hiermee uw persoonlijk telefoonboek. Er kunnen max. 200 tele-
foonnummers worden opgeslagen. Een invoer bestaat uit de naam (zoekbegrip)
en het telefoonnummer. De naam moet met een letter beginnen. Het
telefoonnummer moet met het netnummer beginnen, waardoor later bij een
ontvangen telefoonnummer de overeenkomstige naam uit het telefoonboek kan
worden weergegeven. Alle ingevoerde gegevens worden alfabetisch gesorteerd.
U heeft de mogelijkheid om aan een invoer een individueel belsignaal toe te
kennen (zie pagina 39 "Individueel belsignaal") of een individuele meldtekst (zie
pagina 16 "Individuele meldtekst"). Indien het telefoonnummer van deze
desbetreffende invoer wordt ontvangen, hoort u het individueel belsignaal uit de
luidspreker van de tiptel 570 SD of de desbetreffende gesprekspartner hoort de
speciaal voor hem/haar bestemde individuele meldtekst.
Gegevens ingeven en opslaan
De toets Tweede functie indrukken.
Pijltjestoets (naar beneden)
indrukken.
Telefoonboek
In het display verschijnt het pictogram
voor een tweede functie.
Het display geeft het invoerveld voor de
naam en het telefoonnummer weer. De
cursor staat in het naamveld.
33