3.9
Toestelprogrammering
[609] Toewijzing aansluiting intern toestel
Wijst toe, of het interne toestel al dan niet toegang kan krijgen tot alle funkties. Het interne
toestel van aansluitnummer 1 dient te worden ingesteld op Aansluiten ("Connect").
6
X – Keuzenummer: 1 (Aangesloten) / 2 (Niet aangesloten)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
[610] Toewijzing IRNA
Wijst IRNA wel of niet aan een testelnummer toe.
6
X – Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
[611] Toewijzing aansluiting antwoordapparaat
Wijst toe op welke interne toestellen er een antwoordapparaat is aangesloten.
6
X – Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
* Interne nummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
interne
0
9
toestelnr.*
Interne toestellen – Aansluiten
Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
interne
1
0
toestelnr.*
30 (alle interne ISDN-toestellen) /
Alle interne toestellen – Aan
Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
interne
1
1
toetelnr.*
Alle interne toestellen – Uit
Gebruik de programmeertabel op blz. 3-74.
X
(1···2)
X
(1···2)
X
(1···2)
Systeemprogrammering
[609]-[611]
3-47