4.1
Voordat u begint
Wat voor soort telefoons gebruikt u?
Afhankelijk van het soort toestel dat u gebruikt, zult u in deze handleiding de
bedieningsinstructies vinden die op uw toestel van toepassing zijn.
Indien u gebruik maakt van een standaard telefoon of een PC e.d., volgt u de stappen voor het
activeren van het funktienummer. Als u toestellen gebruikt die niet beschikken over de "" of "#"
toets, kunt u geen toegang krijgen tot funkties waarin "" of "#" in de funktienummers voorkomt.
Indien u het Panasonic systeemtoestel gebruikt dat de speciale funktietoets en/of display heeft,
volgt u de stappen met de toets of display voor een gemakkelijke toegang. Als u het Panasonic
systeemtoestel gebruikt dat de funktietoets niet heeft, kunt u een andere toets als zodanig
toewijzen. Raadpleeg deel 4.2 "Basisinstellingen".
Het Panasonic systeemtoestel beschikt over LED (Light Emitting Diode) indicatoren, waaraan u
de status van de telefoonlijn kunt zien. Raadpleeg deel 5.2 "LED indicatie".
Volg de stappen die op uw telefoon van toepassing zijn.
Beschrijving van de gebruikte symbolen
In deze handleiding worden veel symbolen gebruikt. De betekenis van de meeste symbolen
spreekt voor zich, maar sommige hebben een verklaring nodig;
Neem de hoorn op, of druk op de
HANDENVRIJ of MONITOR
toets. (Neem op)
Leg de hoorn op de haak of druk
op de HANDENVRIJ of
MONITOR toets. (Leg neer)
Nummertoetsen op de telefoon zijn
X
Y
verschillend, en zijn afhankelijk
van de situatie.
• In alle illustraties bij de bediening van de systeemtoestellen, is KX-T7235 als model
!
!
gebruikt.
• De illustraties bij de knoppen kunnen verschillen indien u een KX-T7500 telefoon
gebruikt. In dit geval dient u de namen van de toetsen in de handleiding te controleren.
4-2
Bediening
Druk op de haak van een standaard
R
telefoon.
Tonen, die afhankelijk van de
situatie verschillend zijn.
(Raadpleeg "Toon / Belsignaal in
deel 5.)