14.5.1 Stamopslag
Stapel de boomstammen niet hoger dan 1 meter.
Het is mogelijkom boomstammen van beide zijden van de machine te laden. Als de stapel hout zich aan dezelfde
kant bevindt als de kant van de gebruiker, moet de stapel hout vóór elke zaag worden vastgezet.
AANDACHT!
Zorg ervoor dat de stammen die zich het dichtst bij de machine bevinden, zijn vastgezet met
zware riemen, zodat ze tijdens het zagen niet naar de zagerij kunnen rollen.
14.5.2 Stammen laden
WAARSCHUWING!
Risico op verbrijzeling tussen de stam en de balken- en plankenzaag.
–
Ga bij het hanteren van de boomstammen altijd aan de zijkant van de bestuurdersstoel staan.
–
Ga niet tussen de stapel hout/hout staan! Als u naast het spoor bent, moet de stapel hout altijd worden
vastgezet met betrouwbare riemen
–
De stammen moeten altijd uit de stamsteun van de stapel hout worden gerold. Laat ze niet op de balken- en
plankenzaag vallen.
14.5.3 Zaagproces
1.
Plaats de zaageenheid in de achterste stand op de rails (stopzone).
2.
Rol de stam voorzichtig tegen de stamstop. Stel de stoppen zo in dat ze de stam
komen met het zaagblad tijdens het zagen.
3. Bevestig de kleminrichtingen aan de andere kant van de boomstam. Pas de hoogte van de spanners aan om
de boomstam vast te zetten. Zorg ervoor dat de kleminrichtingen tijdens het zagen niet in contact komen met
het zaagblad.
4.
Pas de hoogte van de zaagkop voor de eerste snede aan met behulp van de tuimelschakelaar op het
bedieningspaneel van de BSW76E of het model. Op het beschermende frame van het BSW76GL-model – druk
omhoog of omlaag. AANDACHT! Doe dan de zaagkop weer op slot
5.
Controleer nogmaals of het zaagblad niet in contact komt met de stoppen en spanners
6.
Pas de beweegbare riemgeleider aan, rekening houdend met het breedste deel van de boomstam.
7.
Open de waterkoelklep van het zaagblad om een klein straaltje op de riemgeleider/het blad
.
53
, maar niet in contact
vasthouden
!
.
.
te plaatsen