Inhoudsopgave
Advertenties
14.
BEDIENING
14.1 Bevestiging van het materiaal
Boomstammen die verontreinigd zijn met grond, zand of klei verkorten de levensduur van het zaagblad
aanzienlijk en verhogen het risico op breuk van de bandband. Houd de boomstammen zo schoon mogelijk.
Sleep de boomstammen niet over de grond.
Stapel de boomstammen niet hoger dan 1 meter. We raden aan om verschillende houtsoorten in verschillende
stapels te verwerken. Werk nooit tussen de stapel hout en de balken- en plankenzaag.
Plaats de boomstammen links van de balken- en plankenzaag, tegenover de werkplek van de exploitant.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de boomstammen rechtstreeks aan de balken- en plankenzaag zijn bevestigd,
zodat ze niet naar de lopende machine kunnen rollen .
WAARSCHUWING!
Risico op bekneling tussen de stapel hout en de balken- en plankenzaag.
Ga altijd naast de koffers staan op het werk en bij het hanteren van boomstammen. Laat de
boomstammen niet op de balken- en plankenzaag vallen.
1.
Plaats de zaageenheid in de achterste stand op de rail = stopzone.
2.
Til met behulp van een houtdraaier een geschikte boomstam op de stamsteunen (dwarsveren) van het
spoorpad (sectie).
3.
Rol de kofferbak tegen de stoppen (kofferbakhouders) en stel de kleminrichtingen precies voor de stoppen
aan de andere kant van de kofferbak af. Repareer de trunk met de root-apparaten.
Druk het houtblok/kwadraathout tegen de registers (stamhouders) en zorg ervoor dat er geen afstand is tussen
het hout/vierkant hout en de registers.
49
Advertenties
Inhoudsopgave
