13.
HET OPZETTEN VAN DE BANDZAAGMOLEN
GEVAAR!
Voor alle afstelwerkzaamheden aan de machine:
−
Schakel de schijf uit en beveilig deze tegen opnieuw opstarten en tegen ongeoorloofde ingebruikname.
−
Wacht tot het zaagblad stopt.
−
In het geval van elektromotoren, koppel de machine los van het lichtnet.
−
Voor benzinemotoren, ontkoppel
−
Reinig de machine van resten, spaanders en ander vuil.
Het zaagblad is extreem scherp. Draag handschoenen en een bril bij het werken aan de zaag.
13.1
Riemspanning aanpassen
Het motorvermogen wordt met behulp van de aandrijfriem overgebracht naar het aandrijfwiel. De riemaandrijving
bestaat uit het grote aandrijfwiel (a), de kleine katrol (b), de spanpoelie (c) en de aandrijfriem. Het spannen van de
aandrijfkrachtgebeurt via de spanrol (c).
Zodat de aandrijfriem niet op de katrol glijdt, moet de riem correct worden gespannen.
Om de spanning van de aandrijfriem te controleren, moet de riem worden ingedrukt met de duimen ongeveer in het
midden van de langste zijde. Als de band gemiddeld meer dan 10 mm (max. 15 mm) kan worden gebruikt met een
uitgeoefende kracht van ca. 2 – 4 kg, moet worden geretensioneerd. Als de riem verder kan worden afgebogen,
moet deze worden gespannen zoals hieronder beschreven.
de
sleutel en de bougie
43
plug.