9.
MONTAGE
9.1
Aanleg van de railsysteem (traject)
Monteer het railsysteem losjes met de meegeleverde schroeven, ringen en moeren. Het is belangrijk dat u de
schroeven op dit moment niet helemaal aandraait. Dit gebeurt pas nadat de zaageenheid is gemonteerd en de
afzonderlijke secties zijn aangesloten.
We raden aan om de secties op vaste en platte voeten te plaatsen die minstens 10 cm hoog zijn. Zo kan het
zaagstof eenvoudig van de onderkant van de rail worden verwijderd en kan de hoogte van de stoppen (trunk
holder) eenvoudig worden aangepast .
Het aangelegde spoor moet ruwweg geëgaliseerd worden. Gaten voor de ankerschroeven moeten door de
openingen van de steunvoeten worden geboord. Bevestig vervolgens het spoorpad aan de grond en egaliseer het
nauwkeurig.
Aanleg van de railsysteem (traject)
15