In schakelkast:
geleidbaarheidsregelaar/bedieningsapparaat elektrisch aansluiten
Aansluiting geleidbaarheidstransmitter LRGT 1-..
Voor de aansluiting van de apparaten gebruikt u meeraderige, afgeschermde stuurkabel met een
minimale doorsnede van 0,5 mm
Sluit de klemmenstrook conform het aansluitschema aan. Fig. 8
Sluit de afscherming aan conform het aansluitschema.
Installeer de verbindingskabel tussen de apparaten gescheiden van krachtstroomkabels.
Aansluiting datakabel geleidbaarheidsregelaar/bedienings- en aanwijsinstrument
Voor de verbinding van de apparaten is een prefab stuurkabel met bus als toebehoren leverbaar,
bezetting van de klemmenstrook conform het aansluitschema. Fig. 7, 8
Wanneer de prefab stuurkabel niet wordt gebruikt, dan moet als verbindingskabel een meeraderige,
afgeschermde stuurkabel worden gebruikt, bijv. LiYCY 2 x 0,25 mm
lengte maximaal 30 m.
Sluit de klemmenstrook conform het aansluitschema fig. 7, 8 aan. Bezet de 9-polige D-SUB bus conform
fig. 11.
Verbindt het aardpunt van de behuizing (URB 50) met het centrale aardingspunt in de schakelkast.
Sluit de afscherming slechts eenmaal op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast aan.
Installeer de verbindingskabels naar de apparaten gescheiden van krachtstroomkabels.
Aansluiting potentiometer (weergave klepstand) aansluitingen IN ../ OUT / 4-20 mA
Voor de aansluiting van de apparaten gebruikt u meeraderige, afgeschermde stuurkabel met een mini-
male doorsnede van 0,5 mm
Houd bij de uitgangen de maximale belasting van 100 Ohm aan.
Sluit de klemmenstrook conform het aansluitschema aan. Fig. 7, 8
Sluit de afscherming slechts eenmaal op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast aan.
Installeer de verbindingskabels gescheiden van krachtstroomkabels.
Opgelet
Gebruik niet bezette klemmen niet als steunpuntklemmen.
n
20
, bijv. LiYCY 4 x 0,5 mm
2
, bijv. LiYCY 2 x 0,5 mm
2
, lengte maximaal 100 m.
2
2
, minimale diameter 0,25 mm
, lengte maximaal 100 m.
2
vervolg
2
,