Veiligheid voor alles
Veiligheid voor alles
Houd u aan de algemene veiligheidsinstructies die hieronder
x
worden beschreven wanneer u de autotelefoon installeert.
Zorg ervoor dat het contactslot is uitgeschakeld en koppel
p
de accu los voordat u de telefoon monteert. Zorg er tevens
voor dat de accu niet weer per ongeluk kan worden
aangesloten.
Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in
p
de buurt bent van open vuur.
Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektrische
p
bedraging, brandstof- en remleidingen en
beveiligingsapparatuur niet beschadigt.
Zorg ervoor dat u tijdens de montage geen schade toebrengt
p
aan het rem- en stuursysteem en andere systemen die
essentieel zijn voor een goede werking van het voertuig.
Zorg ervoor dat de werking van de airbag op geen enkele
manier wordt gehinderd.
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische
p
systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antiblokkeersystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen).
Raadpleeg de autodealer als een van deze systemen niet
meer naar behoren werkt.
De autotelefoon mag alleen worden gebruikt bij een 12-
p
volts bedrijfsspanning met negatieve aarding. Als u zich hier
niet aan houdt, kan het elektronische systeem van de auto
beschadigd raken.
60
©
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.
Als de motor van de auto niet loopt, moet u de autotelefoon
p
niet te lang gebruiken om te voorkomen dat de accu
leegloopt.
Vanwege de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen
p
van mobiele zendapparaten, geldt dat u minimaal 20 cm
afstand moet houden tussen de antenne en individuen.
Montage
De apparaten van de Nokia 610 autotelefoon