Naslaginformatie
Overdracht
Als de gebruiker van de autotelefoon van de ene netwerkcel in
de andere terechtkomt, vermindert de signaalsterkte van het
kanaal en is het mogelijk dat de telefooncentrale de gebruiker
overdraagt naar een andere cel en frequentie, waar het signaal
sterker is. Celoverdracht kan ook plaatsvinden als de auto
stilstaat, maar er sprake is van een variërende cellulaire
belasting. Een dergelijke overdracht kan vertraging veroorzaken.
Dode punten en signaaluitval
Dode gebieden zijn plaatsen waar geen radiosignalen kunnen
worden ontvangen. Signaaluitval treedt op wanneer de
gebruiker van een autotelefoon zich in een gebied bevindt waar
radiosignalen geblokkeerd zijn of verzwakt worden door
obstakels of hoge gebouwen. Dit kan onderbrekingen van de
dienst tot gevolg hebben of de verbinding compleet
verhinderen.
58
©
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.
Lage signaalsterkte
Door afstand of obstakels tussen een basisstation en de
autotelefoon is het mogelijk dat de radiosignaalsterkte van een
cellocatie niet sterk of stabiel genoeg is om een betrouwbare
cellulaire verbinding tot stand te brengen voor probleemloze
gegevenscommunicatie. Voor optimale communicatie moet u
daarom bij gebruik van de autotelefoon rekening houden met
het volgende:
Gegevens- en faxoverdracht werkt het beste als de auto
stilstaat. In die omstandigheden is de signaalsterkte constant.
Cellulaire communicatie tijdens het autorijden wordt daarom
afgeraden. Faxoverdracht wordt gemakkelijker negatief
beïnvloed dan overdracht van gegevens of SMS-berichten.
Controleer de signaalsterkte op het display van de autotelefoon.
Als de cellulaire signalen niet sterk genoeg zijn voor een
spraakoproep, moet u pas proberen een gegevensverbinding te
maken als u een locatie met een betere ontvangst hebt
gevonden.