3. De autotelefoon
Display SU-11
Wanneer de autotelefoon gereed is
voor gebruik en er nog geen tekens
zijn ingevoerd, wordt het standby-
display weergegeven (zie
afbeelding). Ook wordt het logo van
de netwerkexploitant weergegeven.
Als u een functie wilt activeren met
een spraaklabel, moet u eerst het
spraakdisplay weergeven. Druk
hiervoor op
in het standby-
display.
U kunt de verlichting van het display aanpassen voor betere
leesbaarheid. Zie Achtergrondverlichting op pagina 38 voor
meer informatie.
Displaypictogrammen
Hieronder worden de pictogrammen beschreven die op het
display te zien zijn.
Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op de
huidige locatie. Hoe hoger de balk, des te sterker het
signaal.
Geeft aan dat er een gesprek gaande is.
U hebt een of meer tekstberichten ontvangen.
Geeft aan dat er ongelezen tekstberichten zijn.
De doorschakelfunctie is ingeschakeld (netwerkdienst).
Zie Doorschakelen (netwerkdienst) op pagina 36.
De thuiszonedienst is ingeschakeld (netwerkdienst).
U kunt cijfers intoetsen.
Draai de Navi-knop naar links.
U kunt nu spreken.
Draai de Navi-knop naar rechts.
U kunt letters intoetsen.
Geeft aan dat roaming geactiveerd is.
Copyright
De autotelefoon
©
2004 Nokia. All rights reserved.
15