Typeplaatje/markering
Afhankelijk van het apparaattype zijn verschillende
typeplaten met verschillende specificaties
aangebracht.
De volgende specificaties zijn mogelijk:
Fabrikant
Typecodering
Uitvoering
Nom. doorlaat
Druktrap
Ontwerptemperatuur
Maximale bedrijfstemperatuur
Maximale bedrijfsdruk
Afsluitorgaan of maximaal toegestane
verschildruk
Inbouwpositie
Op de behuizing vindt u daarnaast de volgende
informatie:
Materiaal
Materiaalafnamemarkering
Charge-markering
Markering (indien vereist), bijv. CE, UKCA, EAC
Doorstroomrichting
De fabricagedatum is afhankelijk van het type
apparaat op verschillende posities aangebracht:
Op de typeplaat
Op de behuizing bij de typeplaat
Op de behuizing dichtbij een aansluiting
De fabricagedatum is als kwartaal en jaar
aangegeven.
Voorbeeld: „3/10" betekent fabricage derde
kwartaal 2010.
Op de aansluitingen vindt u de volgende informatie:
Flensgrootte
Specificatie afdichtvlak (RJ-nummer)
Schroefdraaduitvoering
Toepassing van Europese richtlijnen
Media
Het apparaat is voor volgende media ontworpen
(conform EU-drukvatrichtlijn resp. UK-Pressure
Equipment (Safety) Regulations):
UNA 14, UNA 14P:
Media in fluidgroep 2
UNA 16, UNA 16A (RVS):
Media in fluidgroep 1
Media in fluidgroep 2
Chemische en corrosieve invloeden moeten in acht
worden genomen.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Het apparaat heeft geen potentiële ontstekingsbron
(conform ATEX-richtlijn). Volgende aanwijzingen
moeten in acht worden genomen:
In ingebouwde toestand kan statische elektriciteit
tussen het apparaat en het aangesloten systeem
worden opgebouwd.
Bij gebruik binnen explosieve omgevingen valt de
afleiding of voorkoming van eventuele statische
elektriciteit onder de verantwoordelijkheid van de
producent of exploitant van de installatie.
Indien een ontsnapping van medium, bijvoorbeeld
door bedieningsinrichtingen of lekkages bij
schroefverbindingen, mogelijk is, moet de
producent of exploitant van de installatie hiermee
rekening houden bij de zone-indeling.
9