Gebruikershandleiding
Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als menupictogrammen.
C
Druk op de knoppen
te openen.
Scannen
Kopiëren
Wi-Fi instellen
Fax
Stille modus
Instel.
Onderhoud
Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
D
te drukken.
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen en het registreren
van contactpersonen, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
op de knop
,
,
of
knop OK. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, selecteert u OK en drukt u vervolgens op de knop
OK.
Basisprincipes van printer
u d l r
om een pictogram te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om het menu
Hiermee kunt u een document of foto scannen.
Hiermee kunt u een document kopiëren.
Hiermee kunt u de printer instellen voor gebruik in een draadloos netwerk. Dit is een
snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen > Wi-Fi instellen
Hiermee kunt u faxberichten verzenden.
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer
minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.
Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit,
merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstallatie > Stille modus
Hiermee kunt u instellingen configureren die zijn gerelateerd aan onderhoud, en printer- en
netwerkinstellingen.
Hiermee geeft u de menu's weer die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te
verbeteren, zoals het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de
spuitmondjes af te drukken en een kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging
of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te lijnen. Dit is een snelkoppeling naar het
volgende menu.
Instel. > Onderhoud
u
d
,
,
om op het toetsenbord een teken of functietoets te selecteren en druk vervolgens op de
l
r
en
en het softwaretoetsenbord op het lcd-scherm. Druk
19