4. Weegbereik
De toets
drukken, de actuele instelling verschijnt.
Om dit te wijzigen de gewenste instelling met de
navigatietoetsen kiezen (zie hoofdstuk 2.1.1), elke keer
blinkt de actieve positie.
Met de toets
Met de toets
5. Justeren/liniarisatie
Nadat de configuratiegegevens worden ingevoerd, dient
justeren of liniarisatie te worden doorgevoerd.
Justeren doorvoeren, zie hoofdstuk 6.9.1 / stap 6 of voor
liniarisatie zie hoofdstuk 6.10.1.
60
de ingevoerde gegevens bevestigen.
het volgende menupunt kiezen.
KFB/KFN-TM-BA_IA-nl-1832