Bediening
4.2.1
Normaal bedrijf
D WAARSCHUWING!
Brandgevaar door vetresten!
Wanneer het apparaat werkt, hopen zich in en aan het
apparaat vetresten op, die licht ontvlambaar zijn.
☞ Reinig het apparaat op correcte wijze.
D „5. Reiniging" (pagina 27).
Voor een optimaal rendement bij het verwijderen van
kookdampen:
☞ Het apparaat al 1-2 minuten voordat u gaat koken alvast
inschakelen. Zo kan de stroming worden opgebouwd en
worden de dampen snel afgevoerd.
☞ Schakel tijdens het koken naar een vermogensniveau dat
past bij de intensiteit van de kookdampen:
y Vermogensniveau 1 – laagste ventilatorcapaciteit –
bij het warm houden van voedsel.
y Vermogensniveau 2 – middelste ventilatorcapaciteit –
bij koken op één kookzone.
y Vermogensniveau 3 – hoge ventilatorcapaciteit –
bij koken op verschillende kookzones.
☞ Wanneer de intensiteit van de kookdampen niet afneemt,
schakelt u naar een hoger vermogensniveau.
☞ Schakel bij het aanbraden naar het vermogensniveau
Power. Na 6 minuten schakelt het apparaat automatisch
terug naar vermogensniveau 3.
Om het vermogensniveau power continu te activeren
moet de betreffende toets nog een keer worden
ingedrukt. Het apparaat schakelt dan niet terug.
☞ Zorg voor een regelmatige toevoer van frisse lucht.
☞ Gebruik het apparaat ook voor het verminderen van
andere storende geuren. Bijvoorbeeld van:
y Uien en knoflook
y Oven, magnetron of stoomoven
y Fondue en raclette
☞ Schakel na het koken de naloopfunctie in.
☞ Schakel het apparaat na gebruik uit. Is de automatische
naloopfunctie geactiveerd, start de nalooptijd
(10 minuten) automatisch op vermogensniveau 1.
Bij gebruik van de BackFlow-technologie wordt, als een
vermogensniveau actief is, een zwakke luchtstroom uit het
luchtkanaal aan de onderkant van het apparaat naar de
voorste luchtinlaat geleid. Deze luchtcirculatie is gewenst.
Het luchtkanaal aan de onderkant van het apparaat mag
nooit worden gesloten.
Na 12 uur zonder bediening schakelt het apparaat (incl.
verlichting) automatisch uit.
24
4.2.2
Omschakeling afzuig-/luchtcirculatiemodus
Wanneer het apparaat met een hybride modus is uitgerust,
kan na het activeren van de omschakelfunctie altijd tussen
afzuig- en luchtcirculatiemodus gewisseld worden.
De omschakeling wordt in de configuratiemodus geactiveerd.
D „4.3 Apparaat configureren" (pagina 26).
Toets
Werking
Wanneer de omschakeling geactiveerd is:
☞ 1x knop aanraken.
Toets brandt zwak:
y Het apparaat werkt in de bedrijfsmodus
Afzuigen.
y De wandkast is geopend.
y De gereinigde lucht wordt naar buiten
geleid.
Toets brandt fel:
y Het apparaat werkt in de bedrijfsmodus
Circulatielucht.
y De wandkast is gesloten.
y De gereinigde lucht wordt het vertrek in
geleid.
4.2.3
Controle-indicatie filtervulling
Het apparaat is uitgerust met een controle-indicatie om aan
het vervangen van de filtervulling te herinneren. Als er geen
circulatiefilter gebruikt wordt, heeft de controle-indicatie
geen betekenis.
De functie is zo geconfigureerd, dat de toets na elke
1000 bedrijfsuren van de ventilator knippert (knippertijd
120 seconden), zodra het apparaat wordt uitgeschakeld.
Door het uitschakelen van de controle-indicatie, wordt de
urenteller opnieuw gestart.
Toets
Werking
Toets knippert:
De filtervulling moet vervangen worden.
D „6.2.2 Filtervulling vervangen (bij
luchtcirculatie- of hybride modus)"
(pagina 29).
☞ Toets vasthouden (> 1 sec.), om de
urenteller opnieuw te starten.
6005145_a – 01.06.2022