Montage
☞ Zwenk de onderste schaal naar boven tot de twee
sluitmagneten hoorbaar aansluiten.
3.5.10 Voedingsspanning aansluiten
☞ De op het typeplaatje aangegeven spanning aanhouden.
☞ Steek de stekker van de aansluitkabel in het apparaat.
☞ Steek de andere kant van de aansluitkabel in de
contactdoos.
☞ Leg de kabel zo, dat deze niet kan worden geknikt,
bekneld kan raken of kan worden beschadigd of bij het
vervangen van de filtervulling in de weg zit.
☞ Zorg ervoor dat na de montage de mogelijkheid bestaat,
alle polen van het apparaat van de elektrische voeding te
scheiden.
Het apparaat is bedrijfsklaar.
6005145_a – 01.06.2022
3.5.11 Controle en inbedrijfstelling uitvoeren
D ATTENTIE!
Gevaar voor storingen door vocht in het apparaat!
Wordt het apparaat van een koude naar een warme
omgeving gebracht, kan aan de binnenzijde vocht neerslaan.
☞ Wacht 2-3 uur, voordat u het apparaat in bedrijf neemt.
☞ Verwijder eventueel beschermfolie van het apparaat.
☞ Controleer of de netstekker vrij toegankelijk is of dat er
een scheidingsinrichting met alle polen (minstens 3 mm
contactopening) aanwezig is.
☞ Controleer of de net- en elektroaansluitkabel niet geknikt,
bekneld geraakt of beschadigd zijn.
☞ Controleer of de ventilatie-uitgangen niet gesloten of
afgedekt zijn.
Bij apparaten voor luchtcirculatie- of hybride modus:
☞ Zorg dat de ventilatiesleuven vrij zijn.
☞ Zorg dat het luchtcirculatie- of hybride filter altijd
toegankelijk is.
☞ Stel vast dat de beschermfolies worden verwijderd.
☞ Controleer de correcte werking van het apparaat.
D „4. Bediening" (pagina 22).
21