8 Justeren
8.1 De weegschaal justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van
natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal
(enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van
installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie van de weegschaal als ook bij
temperatuurschommelingen van de omgeving. Om nauwkeurige meetwaarden te
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in de
weegmodus.
•
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste opwarmingstijd
verzekeren (zie hoofdstuk 1) voor de stabilisatie van de weegschaal.
•
Het justeren doorvoeren met de schaal voor monsters aangezet. Men dient
daarbij op te letten dat er zich in de schaal voor monsters geen voorwerpen
bevinden.
•
De vereiste waarde van het kalibratiegewicht, zie hoofdstuk 1 "Technische
gegevens".
In de weegmodus de toets CAL drukken.
Afwachten totdat de blinkende waarde van het vereiste kalibratiegewicht
verschijnt.
Tijdens de aanduiding blinkt, het vereiste kalibratiegewicht voorzichtig in het
midden van de schaal voor monsters stellen.
De blinkende aanduiding verdwijnt.
Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug in de weegmodus
gezet.
Het kalibratiegewicht afnemen.
Bij foutief justeren (bv. indien zich op de weegschaal voorwerpen bevinden)
verschijnt op de afleeseenheid een foutmelding, het justeerproces herhalen.
18
Voorbeeld: 100 g
DLB_A-BA-nl-1110