3.2.2.5. TIG functiepaneel MTM
– puls TIG en MINILOG functie
28
7
7. MINILOG
26. Selectie voor Geheugen functie
27. Selectie van kanaal in geheugenfunctie
28. Minilog 10 - 90% van de lasstroom
29. BEWAREN
7. Minilog bediening
Schakelaar wordt ingedrukt, gas begint te stromen, wanneer u de schakelaar loslaat ontsteekt de HF lasboog.
Kort indrukken en de stroom gaat naar de lasstroom via de upslope. Na opnieuw kort in te drukken begint
de minilog bediening en kunt u twee stroomniveaus selecteren, de lasstroom en de minilogstroom, en kunt
snel tussen deze twee bewegen door de schakelaar kort in te drukken. Wanneer u de schakelaar langer dan
1 seconde indrukt en loslaat gaat de stroom over in de downslope.
3.2.3. Bewaren van lasinstellingen (MTM)
MTM paneel heeft 10 geheugenkanalen voor gebruikersinstellingen. De selecties voor het opslaan worden
gemaakt onderin in het paneel op het MEMORY veld. Niet alleen lasparameters maar ook specifieke selecties
kunnen in het geheugen worden opgeslagen. MMA laswaarden kunnen ook in de geheugenkanalen worden
opgeslagen. Handel als volgt:
1. Druk de MEMORY knop in en - wanneer het kanaal niet in gebruik is - begint er een instellampje te
knipperen. Wanneer het kanaal in gebruik is, brandt het lampje.
2. Selecteer het geheugenkanaal door op de CH-knop te drukken.
3. Selecteer de parameters en druk op de SAVE knop.
4. Druk op MEMORY.
5. Begin met lassen en pas indien nodig de instellingen aan.
Wanneer bewaarde instellingen gewijzigd dienen te worden, dient het lampje in de SET positie gezet te worden
om de parameters te kunnen selecteren en de druk daarna op de SAVE knop. Het is ook mogelijk om de op
dat moment in gebruik zijnde parameters te bewaren in het paneel door op de SET knop te drukken wanneer
de geheugenfunctie uitstaat (er branden dan geen lampjes). Alle bewaarde instellingen worden verwijderd
wanneer de MEMORY en de CH knoppen tegelijkertijd in de SET stand worden ingedrukt.
© KEMPPI OY
26 27
29
MASTER MLS™ 1600, MASTERTIG MLS™ 2000 / 0530 – 13