5 Parameters instellen
5.6
De weergavemethode voor het
tolerantiebeoordelingsresultaat selecteren en de
toegestane waarden instellen
Tijdens de tolerantiebeoordeling kan de weergavemethode worden gekozen
en kunnen de toegestane waarden (bovengrenswaarde en ondergrenswaarde)
worden ingesteld. Toegestane waarden kunnen voor elk meetsysteem afzonderlijk
worden ingesteld (absolute meting (ABS) en incrementele meting (INC)).
Tips
Ga voor de methode om te schakelen tussen absoluut meten (ABS)/incrementeel
meten (INC) naar
"4.2 Incrementele meting (INC)" op pagina 27.
5.6.1
Displaymethode instellen
2
Toegestane waarden instellen (bovengrenswaarde en ondergrenswaarde)
1
Controleer of het meetsysteem waarop de tolerantie beoordelingsfunctie
is toegepast, is geselecteerd.
Tips
Ga voor de methode om te schakelen tussen absoluut meten (ABS)/incrementeel
meten (INC) naar
2
Druk op de [F2]-toets.
»
De tolerantiebeoordelingsfunctie kan worden ingesteld.
"4.1 Absolute meting (ABS)" op pagina 23 en
3
-1
F2
Tolerantiebeoordelingsfunctie UIT
Tolerantiebeoorde-
lingsfunctie AAN
Vergroot display
3
F2
-2
"3.5 Schakelen tussen meetsystemen" op pagina 20.
46
(Kort indrukken) /
3
F2
F1
F3
Tolerantiebeoorde-
lingsfunctie AAN
Normale weergave
3
F2
(Lang indrukken)
-2
Ga naar het
volgende item
-2
Nr. 99MAH057N