REMKO Reservoirsystemen
6
Inbedrijfstelling
AANWIJZING!
De inbedrijfstelling mag alleen door speciaal
geschoold vakpersoneel uitgevoerd en gedocu-
menteerd worden.
1.
Controleer alle aansluitingen, ook die, die in
de fabriek zijn aangesloten (flens) op dicht-
heid.
2.
Controleer vervolgens alle buisleidingen op
eventuele lekkages en verhelp deze even-
tueel.
3.
Controleer de veiligheidsgroep, alsook de
ventielen op werking.
4.
Tijdens het opwarmen, moet het in het reser-
voir ontstane expansiewater door een over-
eenkomstig expansievat volledig worden
opgenomen.
Flensinbouwopening
Al naar gelang het installatieconcept kunnen op de
ketelflensen geribde pijpwarmtewisselaars worden
geplaatst.
n
Haal de moeren eerst met de hand goed aan.
n
Haal vervolgens in de hieronder weergegeven
volgorde, de moeren met een draaimoment
van 20 Nm tot max. 25 Nm goed aan.
1
2
3
4
Afb. 5: Montage van de flensinbouwopening
1: Flensring
2: Afdichting
3: Steunschijf
4: Flensplaat
12
7
Verzorging en onder-
houd
Verzorging
n
Reinig de apparaten alleen met een vochtige
doek. (bijv. met behulp van een vloeibare huis-
houdreiniger). Gebruik geen scherpe, schu-
rende of oplosmiddelen bevattende reinigings-
middelen.
Onderhoud
n
We adviseren een onderhoudsovereenkomst
voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt met een
gespecialiseerd bedrijf af te sluiten.
Op deze manier is de bedrijfszekerheid van de
installatie altijd gegarandeerd!
Controleer regelmatig de werking van de veilig-
n
heidsklep.
De expansiewaterhoeveelheid is bij volledige ver-
warming (ca. 80 °C) ca. 3,5% van de inhoud van
het reservoir. Bij het heffen of draaien van de vei-
ligheidstestknop in de stand "Controleren" moet
het water ongehinderd uit het veiligheidsklepele-
ment in de afvoertrechter stromen.
VOORZICHTIG!
Hierbij kunnen de koudwatertoevoer en onder-
delen van de aansluitgarnituur van het reservoir
heet worden!
Als het reservoir niet wordt verwarmd, mag uit de
veiligheidsklep geen water druppelen. Als dit wel
het geval is, is de installatiedruk meer dan de toe-
gestane waarde of de veiligheidsklep is defect. In
beide gevallen moet een controle door geschoold
personeel worden uitgevoerd.