6.2
Tests
LET OP
Beschadiging van het ultrasoonbad
– Voer tests alleen aan het gevulde ultrasoonbad uit.
Neem contact op met de Service, wanneer één van de tests niet tot
het gewenste resultaat leidt. Zie hoofdstuk 6.4 Reparatie.
Controlelampjes controleren
Voorwaarde
• Het ultrasoonbad is uitgeschakeld.
Procedure
1. Houd de Start/Stop-toets ingedrukt en druk op de Aan/Uit-
toets.
» Achtereenvolgens lichten alle leds kort op. Vervolgens bran-
2. Druk tweemaal op de Start/Stop-toets.
» Op de tijdschaal wordt daarna weer de als laatste ingestelde
» Het ultrasoonbad is weer gereed voor bedrijf.
Vermogen van het ultrasoon en de verwarming contro-
leren
Het vermogen kan met een wattmeter tussen de stroomstekker
van het ultrasoonbad en de contactdoos worden gecontroleerd.
Procedure
1. Vul de triltank met water.
2. Schakel achtereenvolgens het ultrasoon en, indien aanwezig, de
verwarming in. Lees het vermogen af. Schakel de verwarming en
het ultrasoon weer uit.
3. Vergelijk de afgelezen waarden met de technische gegevens. Zie
hoofdstuk 8 Technische gegevens.
De gemeten waarden mogen maximaal ± 20% van de waarden in de
technische gegevens afwijken.
1686-000 NL/2021-03
den alle leds tegelijkertijd.
sonificatieduur weergegeven. Op de temperatuurschaal
(indien aanwezig) brandt de led "0".
/6
Instandhouding
33/52