Inhoudsopgave
Advertenties
5.6
Verwarming inschakelen en uitschakelen
Betreft de volgende ultrasoonbaden:
• DT 31 H, DT 52 H,
• DT 100 H, DT 102 H, DT 102 H-RC, DT 103 H,
• DT 156 BH,
• DT 255 H, DT 255 H-RC,
• DT 510 H, DT 510 H-RC, DT 512 H,
• DT 514 H, DT 514 BH, DT 514 BH-RC,
• DT 1028 H, DT 1028 CH,
• DT 1050 CH
Opgewarmde sonificatievloeistof intensiveert het effect van het
ultrasoon. Zoals de ervaring leert, wordt het beste resultaat bereikt
bij een werktemperatuur van 50 tot 60 °C. Daardoor kan de duur
van de sonificatie worden verkort. Bij hogere werktemperaturen
neemt het effect van het ultrasoon weer af.
Warm de sonificatievloeistof voor de zuivering van medische
instrumenten niet op tot boven 45 °C.
Ook ultrasoon warmt de sonificatievloeistof op. Bij continubedrijf,
met name bij een afgedekte triltank, kan de werktemperatuur van
de sonificatievloeistof boven de ingestelde waarde stijgen. Contro-
leer daarom de werktemperaturen bij het ontgassen van tempera-
tuurgevoelige producten.
• Neem voor de optimale werktemperatuur de gegevens van de
fabrikant van het preparaat in acht.
• Het voorverwarmen is optimaal tijdens het ontgassen van de
sonificatievloeistof. Zie hoofdstuk 5.8 Sonificatievloeistof ont-
gassen – DEGAS.
• Neem voor het voorverwarmen de korf of ander toebehoren uit
de triltank. Dek de triltank af met het deksel, indien beschikbaar.
Voorwaarden
• De triltank is gevuld.
• De stroomstekker is in een veiligheidsstopcontact gestoken.
• Het ultrasoonbad is ingeschakeld. De groene led "O" op de tem-
peratuurschaal brandt.
1686-000 NL/2021-03
/5
Bedrijf
25/52
Advertenties
Inhoudsopgave
