42
|
Configuratie van de Wallbox eM4 Twin
Onboarding – configuratie voor bedrijfsmodus Controller / Extender
Een Wallbox eM4 Twin Controller kan worden ingericht voor het aansturen van additionele Extender-Wallboxen tot
een aantal van in totaal 30 oplaadpunten en neemt dan de statische of dynamische loadbalancing binnen de laad-
groep voor zijn rekening, het activeren en deactiveren van laadgroep e.a.
De bedrijfsmodus Controller / Extender wordt geadviseerd voor:
middelgrote en grote laadparken in bedrijven, in de semi-openbare en openbare ruimte en in huisvesting en
woningbouw
laadgroepen voor particulier een semi-publiek gebruik waarvoor een centrale facturatie nodig is
Indien u bij de keuze van de bedrijfsmodus (zie stap 4 in sectie 'Inrichten van de communicatie via de ABL Configura-
tion App') de optie Controller / Extender hebt gekozen dient u de parameters hieronder voor alle oplaadpunten bin-
nen de groep in te richten nadat u het wachtwoord voor de beveiliging van de Wallbox hebt ingevuld.
Parameter
Network settings (Upstream)
Network settings (Downstream)
Grouping
Static load management
Dynamic load management
Load shedding
Backend settings
QR-Code / Login credentials
Software update
Om de configuratie te voltooien drukt u op de knop Continue: De Wallbox is nu geconfigureerd en biedt via de knop
Continue to Control Board de optie om de net ingestelde parameters en meer bedrijfsparameters aan te passen.
U kunt individuele parameters ook op een later moment wijzigen door de huidige configuratie bij te werken (zie vol-
gende sectie). Indien u de gehele laadgroep nieuw wilt inrichten dient u een factory-reset van de Controller-Wallbox
uit te voeren: Deze functie is beschikbaar via de support-knop in de ABL Configuration App en zet de Controller en
alle ermee verbonden Extenders terug naar de fabrieksinstellingen.
Beschrijving
Hier vult u eerst in of u de verbinding met een backend tot stand wilt brengen
en of dit moet gebeuren via WLAN, LAN of LTE.
Hier vult u in of de Controller met additionele Extenders moet worden verbon-
den en of dit moet gebeuren via WLAN of LAN.
Hier voegt u additionele Extender-Wallboxen toe aan de Controller en geeft
deze, indien nodig, een naam om een laadgroep aan te maken.
Hier meldt u additionele Extender-laadstations aan bij de Controller en legt de
maximale laadstroom per Wallbox vast: Hierbij wordt het maximaal beschikba-
re statische laadvermogen gelijkmatig verdeeld over alle oplaadpunten in de
laadgroep.
Hier richt u de dynamische aanpassing van de laadstromen in, rekening hou-
dend met de belasting op het gebouw: Voor deze functie hebt u de als een van
de toebehoren verkrijgbare energiemeter ABL Energy Meter nodig.
Hier activeert u de functie die het voor externe systemen (bijv. conform TAB
4100) mogelijk maakt de laadinfrastructuur tijdelijk te beperken of uit te scha-
kelen. Voor deze functie dient een stuurleiding te zijn aangesloten aan de klem
EN1 van de Wallbox (zie 'Aansluiten van een stuurleiding conform VDE AR-N
4100' op pagina 33).
Hier kiest u een template indien uw backend-aanbieder is opgeslagen in de
database van de app. Als alternatief vult u de toegangs- en communicatiege-
gevens voor uw aanbieder handmatig in.
Om de configuratie te voltooien kunt u hier de toegangsgegevens (WLAN
SSID / wachtwoord) als QR-code afgeven of schriftelijk noteren om deze infor-
matie beschikbaar te stellen aan de eigenaar en/of beheerder van de Wallbox.
Hier kunt u een nieuwe software-versie voor de ABL Configuration App in-
stalleren zodra deze beschikbaar is.