VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste): wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de
andere ingangspoorten. Als het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
ingangspoort van de nieuwe gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen als de huidige
videobron aanwezig is.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de monitor wordt ingeschakeld.
DP OUT MULTISTREAM
Hiermee selecteert u de DisplayPort-modus.
CLONE (Klonen): hiermee stelt u SST in (single-stream transport). De standaardinstelling is "CLONE" (Klonen).
AUTO (Automatisch): wordt weergegeven in de modus SST (single-stream transport) of de modus MST (multi-stream
transport). "AUTO" (Automatisch) moet zijn geselecteerd als MST (multi-stream transport) wordt gebruikt.*
Als er meerdere monitoren zijn ingesteld op SST (single-stream transport), wordt elke monitor individueel aangestuurd
met een afzonderlijk beeld.
OPMERKING: raadpleeg Meerdere monitors aansluiten via DisplayPort (zie pagina 13) als de monitor geen beeld
weergeeft.
*: Voor MST (multi-stream transport) en SST (single-stream transport) is de desbetreffende grafische kaart vereist. Neem contact op met uw leverancier
voor beperkingen van deze functie.
MULTI PICTURE (Multibeeld)
De functie MULTI PICTURE (Multibeeld) inschakelen en het (instelbare) prioriteitsscherm selecteren.
Pictogram
Naam
Uit
Links
Rechts
Hoofdscherm
Subscherm
OPMERKING: wanneer LEFT (Links), RIGHT (Rechts), MAIN (Hoofdscherm) of SUB (Subscherm) is geselecteerd,
kan alleen het betreffende scherm worden ingesteld.
PICTURE PATTERN (Beeldpatroon)
Wanneer LEFT (Links) of RIGHT (Rechts) is geselecteerd in de modus MULTI PICTURE (Multibeeld), selecteert u
hiermee de grootte van het beeld.
AUTO (Automatisch): twee schermen weergeven op basis van de instellingen INPUT RESOLUTION
(Ingangsresolutie) en EXPANSION (Uitbreiding) van het (instelbare) prioriteitsscherm dat is geselecteerd in de modus
MULTI PICTURE (Multibeeld).
CENTER (Midden): de twee schermen worden evenredig verdeeld vanuit het midden.
Wanneer MAIN (Hoofdscherm) of SUB (Subscherm) is geselecteerd in de modus MULTI PICTURE (Multibeeld),
selecteert u hiermee de positie van het subscherm.
LEFT (Links): startpositie van het subscherm is de links onderaan op het scherm.
RIGHT (Rechts): startpositie van het subscherm is de rechts onderaan op het scherm.
PICTURE SIZE (Beeldformaat)
Hiermee selecteert u SMALL (Klein), MIDDLE (Gemiddeld) of LARGE (Groot) voor het formaat van het secundaire
beeld dat in de modus beeld-in-beeld wordt ingevoegd.
Multibeeld uit.
In tweeën gesplitst scherm (beelden naast elkaar) Linkerscherm geselecteerd.
In tweeën gesplitst scherm (beelden naast elkaar) Rechterscherm geselecteerd.
Picture in Picture (beeld in beeld). Hoofdscherm is geselecteerd.
Picture in Picture (beeld in beeld). Subscherm is geselecteerd.
Nederlands-18