Inhoudsopgave
Advertenties
9.
WERKWIJZE
•
De bestuurder mag niet worden afgeleid wanneer hij de machine bedient.
•
Wees extra voorzichtig bij het werken op hellende vlakken. Bij voorkeur de tractor en machine horizontaal
laten rijden om kantelen te voorkomen.
•
Volg eveneens de instructies van de fabrikant van de tractor, met name met betrekking tot de maximale helling
waarop u kunt werken.
•
Bij het werken op een helling is het raadzaam om de werksnelheid te beperken, geleidelijk variëren van de
snelheid en richting van het voertuig tijdens manoeuvres.
•
Werk nooit op nat gras of gladde ondergrond of wanneer de banden geen grip hebben. Indien dit
onvermijdelijk is, rij dan op lage snelheid om de veiligheid te garanderen.
•
Besteed aandacht aan eventuele obstakels, stenen of andere voorwerpen die de machine kunnen raken.
•
Controleer altijd de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot de doorvoer op de openbare weg.
•
Plaats op de achterkant reflecterende driehoeken en controleer de positie van verlichting en noodverlichting
wanneer u de weg op gaat.
•
Controleer of alle olievoorraden op juist niveau zijn en smeer alle vereiste punten.
Beginnen vanuit stilstaande positie
•
Laat de messen zakken tot vlak boven de grond.
•
Plaats de aftakas.
•
Verlaag de hefhoogte van de tractor.
LET OP
Verlaag de hefhoogte langzaam, zodat de messen geleidelijk snijden in de grond. Wanneer het verlagen te snel
gebeurt, kunnen de messen van de frees beschadigen.
•
Druk het gaspedaal tot ongeveer halverwege in en zet vervolgens de aftakas op 540 rpm.
•
De snelheid van de tractor moet aangepast worden aan de grondsoort en de maat waarin dit moet worden
verkruimeld. (Optimale werksnelheid ligt tussen 1,5 en 2,5 km/uur).
•
Om de optimale snelheid te vinden, selecteert u eerst de laagste versnelling om geleidelijk te verhogen tot u
de ideale rijsnelheid bereikt.
•
Hoe langzamer de tractor rijdt, hoe meer de bodem zal verkruimelen.
•
Stop na een paar meter om het resultaat te bekijken van de grondbewerking. Is het resultaat niet naar wens,
stel dan de werkdiepte of de rijsnelheid opnieuw in.
•
Elke keer wanneer de machine moet worden bijgesteld, schakelt u de tractor helemaal uit. Wacht tot de rotor
is uitgedraaid.
•
Til de machine uit de grond tijdens manoeuvres, bochten, achteruit rijden en bij het loskoppelen van de
aftakas. Til de machine nooit meer dan 250 mm uit de grond. De aftakas of de transmissie kunnen breken en
mogelijk schade of letsel tot gevolg hebben.
Pagina 16/24
BOXER OVERTOPFREES | Gebruikershandleiding
Juni 2020
Advertenties
Inhoudsopgave
