7 Inbedrijfstelling
Gevaar op lichamelijk letsel door verkeerde installatie!
Het wordt ten zeerste aanbevolen om voorafgaand aan de inbedrijfstelling de volgende
controles uit te voeren, om een mogelijke beschadiging van het apparaat door een
verkeerde installatie te voorkomen.
7.1 Elektrische controles
Voer de onderstaande belangrijkste elektrische controles uit:
① Controleer de aardaansluiting met een multimeter: controleer of het
blootliggende deel van het metalen oppervlak van de omvormer is geaard.
Levensgevaar door aanwezigheid van hoge DC-spanning!
• Pak de kabels van de PV-generator uitsluitend aan de isolatie vast.
• Raak de onderconstructie en het niet-geaarde frame van de PV-generator niet aan.
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen als isolatiehandschoenen.
②Controleer de DC-spanningswaarden: controleer of de gelijkspanning van de
strings de toegestane waarden niet overschrijdt. De maximaal toegelaten
DC-spanningswaarden voor in het ontwerp van het PV-systeem vindt u in het
hoofdstuk "Reglementair gebruik" (paragraaf 2.1.6)
③ Polariteit van de DC-spanning controleren: controleer of de gelijkspanning de
juiste polariteit heeft.
④ Met een multimeter de isolering van de PV-generator t.o.v. aarde controleren: de
isolatieweerstand t.o.v. aarde moet groter zijn dan 1 MΩ.
Levensgevaar door aanwezigheid van hoge DC-spanning!
• Pak de AC-kabels uitsluitend aan de isolatie vast.
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen als isolatiehandschoenen.
Installatie- en bedieningshandleiding
39