3.
Strip de kabelmantel (72 mm) en de isolatie van de leidingen (9 mm).
4.
Steek de gestripte leidingen in de adereindhulzen en krimp ze met een krimptang.
5.
Steek de gekrimpte leidingen L1, L2, L3, N en PE in de desbetreffende
aansluitklemmen en draai de schroef met een inbussleutel (bladbreedte 2,5 mm)
aan met een koppel van 2,0 Nm.
Door een verkeerde bedrading kan de omvormer onherstelbaar worden beschadigd!
Zorg ervoor dat de polariteit van de leidingen overeenkomt met de tekens van de
schroefklemmen op het buselement.
6.
Schuif het buselement, de adapter en de wartelmoer in elkaar. Plaats de
kunststof houder op het buselement en draai daarmee de adapter en de
wartelmoer met een koppel van 3-4 Nm aan (zie afbeelding).
7.
Steek de AC-stekker in de bus. Daarbij moet de pijl naar de bijbehorende sleuf
wijzen. Draai het buselement ten slotte met de klok mee tot het hoorbaar
vastklikt.
24
Installatie- en bedieningshandleiding