6.5.4.4 Zadelstand afstellen
Het zadel kan op het zadelonderstel worden
verschoven. De juiste horizontale positie zorgt
voor een optimale hefboomstand van de benen.
Dat voorkomt knieklachten en een pijnlijke
bekkenscheefstand. Wanneer het zadel meer dan
10 mm wordt verschoven, moet nogmaals de
zadelhoogte worden afgesteld omdat beide
afstellingen elkaar beïnvloeden.
De afstelling van het zadel mag uitsluitend in
stilstand worden uitgevoerd.
Om de zadelstand af te stellen:
•
de pedelec bij een muur zetten zodat berijder of
berijdster zich kan afsteunen, of
•
een tweede persoon vragen om de pedelec vast
te houden.
Verstel het zadel uitsluitend binnen het
toegestane verstelbereik van het zadel
(markering op de staande achtervork).
1 Ga op de pedelec zitten.
2 Zet de pedalen met de voet in horizontale
stand.
De zadelpositie is optimaal wanneer de loodlijn
vanaf de knieschijf exact door de pedaalas
loopt.
Wanneer de loodlijn achter het pedaal valt,
moet het zadel verder naar voren worden
afgesteld.
Wanneer de loodlijn voor het pedaal valt, moet
het zadel verder naar achteren worden
afgesteld.
Afbeelding 95: Loodlijn vanaf de knieschijf
MY22P01 - 16_1.0_31.08.2021
90°
3 Maak de voorziene schroefverbindingen los,
stel het zadel af en zet de klemschroeven van
het zadel met het maximale aanhaalmoment
vast.
6.5.4.5 Zadelhoek afstellen
Voor een optimale zit moet de zadelhoek worden
aangepast aan de zithoogte en moeten de zadel-
en stuurstand worden aangepast aan de
zadelvorm. Hiermee kan zo nodig de zitpositie
worden geoptimaliseerd.
Een horizontale stand van het zadel voorkomt dat
berijder of berijdster naar voor of naar achter
glijdt. Hiermee worden zitproblemen voorkomen.
In een andere stand kan de punt van het zadel
onaangenaam tegen de schaamstreek drukken.
Het is tevens aan te bevelen het midden van het
zadel exact recht te zetten. Daardoor zit men met
het zitbeen op het brede, achterste deel van het
zadel.
1 Stel de zadelhoek horizontaal af.
2 Stel het midden van het zadel exact recht af.
Afbeelding 96: Horizontale zadelhoek met 0° neiging in
het midden van het zadel
Berijder of berijdster zit comfortabel op het
zadel en glijdt niet naar voren of naar achteren.
3 Stel de zitpositie af (zie paragraaf 6.6.2.3)
wanneer de berijder of berijdster naar voren
glijdt resp. op het smalle deel van het zadel zit
of neig het zadel minimaal achterover.
6.5.4.6 Zadel controleren
Controleer na het afstellen van het zadel dat dit
stevig vast zit, zie paragraaf 7.5.6.
Gebruik
0°
97