6.19.4 Duwondersteuning gebruiken
VOORZICHTIG
!
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik
van de duwondersteuning. Wanneer de wielen bij
gebruik van de duwondersteuning geen contact
maken met de ondergrond (bv. tijdens het tillen
op een trap of het beladen van een fietsdrager)
bestaat gevaar voor letsel.
Gebruik de duwondersteuningsfunctie
uitsluitend tijdens het duwen van de pedelec.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning
moet de pedelec met beide handen veilig
worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
De duwondersteuning ondersteunt het duwen. De
snelheid kan maximaal 6 km/h bedragen.
De trekkracht en de snelheid van de
duwondersteuning worden beïnvloed door de
gekozen versnelling. Om de aandrijving te
ontzien, wordt voor duwen bergop de eerste
versnelling aanbevolen.
Ondersteuningsniveau O F F mag niet zijn
geselecteerd.
1 Druk kort op de duwondersteuningstoets.
2 Druk binnen 3 seconden op de plus-toets en
houd deze ingedrukt om de duwondersteuning
in te schakelen.
3 Laat de plus-toets los om de
duwondersteuning uit te schakelen. De
duwondersteuning schakelt automatisch uit
zodra de wielen worden geblokkeerd of de
snelheid meer dan 6 km/h bedraagt.
MY22P01 - 16_1.0_31.08.2021
6.19.5 Rijverlichting gebruiken
Om de rijverlichting in te kunnen schakelen,
moet het aandrijfsysteem zijn ingeschakeld.
Druk op de rijverlichtingtoets.
De rijverlichting is ingeschakeld (het pictogram
rijverlichting wordt weergegeven) resp.
uitgeschakeld (het pictogram rijverlichting
wordt niet weergegeven).
6.19.6 Ondersteuningsniveau selecteren
Druk op de plus-toets om het
ondersteuningsniveau te verhogen.
Druk op de min-toets om het
ondersteuningsniveau te verlagen.
6.19.7 Reisinformatie
De weergegeven reisinformatie kan worden
gewijzigd en voor een deel worden gereset.
Wanneer het display uit de houder wordt
genomen, blijven alle waarden van de functies
behouden en kunnen deze verder worden
weergegeven.
6.19.7.1 Weergegeven reisinformatie wijzigen
Druk herhaaldelijk op de info-toets
(boordcomputer) of de info-toets (bediening)
tot de gewenste reisinformatie wordt
weergegeven.
6.19.7.2 Reisinformatie resetten
Ga, om de reisinformatie Afstand, Rijtijd en
Gemiddelde te resetten, over naar één van
deze drie functies. Druk zo lang op de RESET-
toets tot het display naar nul is gereset.
Daarmee zijn eveneens de waarden van de
beide andere functies gereset.
Ga, om de reisinformatie Maximum te
resetten, over naar deze functie. Druk zo lang
op de RESET-toets tot het display naar nul is
gereset.
Ga, om de reisinformatie Bereik te resetten,
over naar deze functie. Druk zo lang op de
RESET–toets tot het display naar de
standaardwaarde is gereset.
Gebruik
135