In de resterende muuropening worden 2 minerale
wolplaten (pos. 30.2) geschoven.
Afsluitend wordt de nog open zijde van de muur met de
tweede
stuwplaat
afgesloten
afstandshouders (pos. 30.3) van de eerste stuwplaat
vastgeschroefd (bevestigingsmiddelen pos. 30.8) en met
behulp van twee ophanghoeken (pos. 30.5) eveneens op
het massieve plafond gemonteerd (bevestigingsmiddelen
door de installateur te voorzien).
Een inbouwopening in beide minerale wolplaten (pos.
30.2) maken.
BSK-RPR (pos. 1) met montageframe AR (pos. 8) en extra
omlopende uitzettende dichting (pos. 30.6 + 32) in de
uitsparing van de muur/stuwplaten plaatsen (dicht tegen
de stuwplaten). Ringopening tussen de stuwplaat en de
behuizing van de BSK-RPR gelijkmatig centreren.
De
bevestiging
gebeurt
bevestigingsstrips met schroeven 5x25 en geschikte U-
schijven (pos. 30.7) (bij nominale grootte 100 - 160 alle
aanwezige boringen van de bevestigingsstrips en bij
nominale grootte 180 - 500 telkens de beide buitenste
boringen van de bevestigingsstrips gebruiken).
1 Brandwerende klep BSK-RPR
8 Montageframe AR
10 Massief plafond
24 Beplanking van de lichte scheidingsmuur uit
gipsgebonden plaatbouwmaterialen
25 Profiel UW 50/40/06 (bij muurdikte = 100 mm, voor
grotere muurdiktes moeten profielen
overeenkomstig worden aangepast)
26 Profiel CW 50/50/06 (bij muurdikte = 100 mm, voor
grotere muurdiktes moeten profielen
overeenkomstig worden aangepast)
27.1 Minerale wol (overeenkomstig de informatie van
de muurfabrikant)
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
en
met
de
vier
op
alle
4
aanwezige
Brandwerende klep BSK-RPR
Technische documentatie
Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie
30 Inbouwset type GDL (toebehoren los; o.a. bestaand uit)
30.1 Stroken minerale wol (niet brandbaar conform EN
13501-1, ruwe dichtheid ≥ 100 kg/m³, smeltpunt ≥ 1000
°C)
30.2 Minerale wolplaten (niet brandbaar conform EN
13501-1, ruwe dichtheid ≥ 100 kg/m³, smeltpunt ≥
1000°C)
30.3 Afstandshouders (lengte overeenkomstig de
muurdikte). Bij de bestelling moet rekening worden
gehouden met de precieze muurdikte.
30.4 Stuwplaat (dikte d = 30 mm)
30.5 Ophanghoeken (met bijbehorende
bevestigingsschroeven Ø 5 x 25 voor de bevestiging op
pos. 30.4). Doorgangsboring Ø 6,5 voor plugbevestiging
aan plafond, geschikte pluggen of bevestigingsmiddelen
moeten door de installateur ter beschikking worden
gesteld.
30.6 Uitzettende dichting (afstand van het
montageframe AR ≙ muurdikte + 30 mm, montage
door de installateur in het bereik pos. 30.4)
30.7 Bevestigingsschroef Ø 5 x 25 met geschikte U-schijf
(ø 5,3 - ISO 7093). Bij nominale grootte 100 - 160 alle
aanwezige boringen van de bevestigingsstrips en bij
nominale grootte 180 - 500 telkens de beide buitenste
boringen van de bevestigingsstrips gebruiken.
30.8 Afstandshouderschroef M5 x 45 (ISO 4017) met
geschikte U-schijf (ø 5,5 - ISO 7094).
31
GKF-plafondaansluitstroken voor de
glijdende plafondaansluiting.
4 stroken met telkens d = 12,5 mm en b = 50 mm (bij
muurdikte = 100 mm, voor grotere muurdiktes moet
de breedte b in overeenstemming met de hoogte van
de gekozen constructieprofielen worden aangepast)
met een afstand van a < 200 mm met schroeven op
elkaar geschroefd.
32 Uitzettende dichting (in de fabriek gemonteerd)
Staat: 2020-09-01 | Pagina 27