afb. 19
afb. 20
WAARSCHUWING
Controleer voorafgaand aan iedere rit of de
remmen werken.
1
1
04 ROLSTOEL GEBRUIKEN
4.3 Rolstoel parkeren met de
de parkeerrem
De parkeerrem stelt de gebruiker in staat om
de rolstoel veilig te parkeren.
1.
Als u met de rolstoel stilstaat, gebruikt u de
parkeerrem (bandrem). Druk daarvoor de
hendel naar voren (1, afb. 19) totdat deze
vanzelf in die stand blijft staan. Nu staat de
rolstoel veilig, u kunt nu in- of uitstappen
of de rolstoel parkeren.
2.
U kunt de rem vrijzetten door de hendel te-
rug te bewegen (1, afb. 20).
OPMERKING
Zet de rolstoel altijd met de remmen aan beide
kanten vast, omdat de rolstoel niet voldoende
wordt vergrendeld als u deze aan één kant op
de rem zet.
WAARSCHUWING
Rem de rolstoel tijdens het rijden altijd uitslui-
tend met de handen aan de hoepels en nooit
met de parkeerrem. De parkeerrem is alleen be-
doeld voor parkeren.
WAARSCHUWING
Als uw rolstoel luchtbanden heeft (optioneel),
moet u ervoor zorgen dat er altijd genoeg lucht
in zit. Bij een te lage bandenspanning werkt de
parkeerrem minder goed.
19
NL
EN
FR
IT
NL